Steeds meer wetenschappers zijn ervan overtuigd dat Antarctica niet alleen langs de bovenzijde aan het smelten is, maar ook langs de onderzijde. Een nieuwe studie ondersteunt het idee van een mantelpluim, een opwaartse stroming van heet gesteente, onder het westelijke deel van het bevroren continent.
Dat Antarctica in toenemende mate te lijden heeft onder de stijgende temperaturen, is geen nieuw gegeven. Tweehonderd jaar van koolstofuitstoot door menselijke activiteit doen het zuidelijke continent smelten.
Maar onderzoekers raken het er steeds meer over eens dat er ook langs de onderzijde een gevaar dreigt: heet gesteente dat zich opwaarts door de mantel van de aarde beweegt en zijn warmte door de aardkorst heen verspreidt - een mantelpluim.
Het idee van een mantelpluim onder het westelijke deel van Antarctica werd zo'n 30 jaar geleden voor het eerst geopperd. Maar aanvankelijk waren er maar weinig wetenschappers die er geloof aan hechtten.
Hélène Seroussi, klimatoloog en onderzoeker aan het Jet Propulsion Laboratory van NASA, was een van de sceptici. "Ik vond het waanzinnig", zegt ze in een persbericht. "Ik zag niet in hoe er bovenop die grote hitte nog ijs kon liggen." Maar na haar studie, die verschenen is in het vakblad Journal of Geophysical Research, moest ze haar mening bijstellen.
Simulaties
De aardbodem wordt continu opgewarmd door de interne hitte van de aarde - ook het gesteente dat zich onder de ijskappen bevindt. Dat doet de ijskappen gedeeltelijk smelten aan de onderzijde, maar de opstapeling van sneeuw en ijs bovenop volstaat doorgaans om het verlies te compenseren.
In het westen van Antarctica, Marie Byrdland, hebben onderzoekers echter een anomalie vastgesteld. Uit satellietgegevens is duidelijk gebleden dat de verdunning van de ijskap daar dramatischer is dan elders. Het ijs smelt er sneller, en het opwarmende klimaat biedt geen sluitende verklaring.
Om na te gaan of een mantelpluim het fenomeen wel kan verklaren, maakten de onderzoekers tientallen simulaties op basis van verschillende locaties en groottes. De resultaten vergeleken ze met satellietgegevens over de veranderingen in de ijskap.
De simulaties wijzen erop dat een mantelpluim een plausibele verklaring biedt voor het wijzigende ijsoppervlak. Volgens hun berekeningen zou het hete gesteente zich onder Marie Byrdland bevinden en een warmteflux van 150 milliwatt per vierkante kilometer genereren. Dat is zo'n drie keer meer dan in Amerikaanse regio's zonder vulkanische activiteit. Ter vergelijking: onder Yellowstone Park, waaronder zich een supervulkaan bevindt, is er een gemiddelde warmteflux van 200 milliwatt per vierkante meter.
Volgens de onderzoekers zou de aanwezigheid van een mantelpluim kunnen verklaren waarom dit deel van de ijskap aan het einde van de laatste ijstijd, zo'n 11.000 jaar geleden, in razend tempo ijs verloor. En dus ook waarom dat nu opnieuw aan het gebeuren is.