Opgaan, blinken en verzinken

De nationaal denkende mens zonder natie of de natie zonder nationaal denkende mensen.

Het is nog niet zo heel lang geleden, dat het leven van de Europese mens werd bepaald door de Kerk (de katholieke kerk wel te verstaan), de Koning (de vorst) en de adel en het volk (de onderhorigen, slaven). Zij maakten samen het feodaal systeem uit. De Paus trad op als de rechtstreekse plaatsvervanger en waarnemer van resp. Christus en Petrus en was daarom bevoegd aan te geven hoe invulling moest worden gegeven aan de wijze, waarop men – dat zijn de gelovigen – met God moest verkeren. De Koning werd beschouwd te zijn de katholieke vorst en hij werd ingehuldigd en gezalfd door de Paus. Op zijn beurt verleende hij als katholieke ambtsdrager weer diensten aan de adel, de leenmannen, die aan hem als leenheer onderworpen waren. Het volk was ,als goede katholieken, herendiensten verschuldigd in de vorm van het verrichten van militaire taken op afroep en het zorgen voor de voedselvoorziening van de adel door voor hen levensmiddelen te verbouwen en te leveren- het feodale systeem. Het was de Kerk die voor de ideologische onderbouwing zorgde en via het onderwijs had de geestelijkheid een grote invloed op de vorming van de mensen. De Middeleeuwen en grote indrukwekkende ontwikkelingen op ekonomisch, financieel, handels, technologisch, bestuurs en wetenschappellijk gebied hebben er voor gezorgd, dat er een drastische ommekeer kwam in het politiek-bestuurlijk en ekonomisch systeem. Dogmas, die op gezag van de Kerk werden aangenomen, golden niet meer. Niet langer draaide de zon rond de aarde, maar was het de aarde die een baan om de zon beschreef en de verklaring van dag en nacht bracht. De aarde was niet langer zo plat als een “roti”, maar zo rond als een ballon en draaide bovendien ook nog om zijn eigen as. De natuur werd opnieuw bestudeerd met als resultaat, dat de mens de kroon op de schepping was en superieur aan de flora, de plantenwereld, en de fauna, de dieren wereld. Het onderscheid lag in het vermogen van de mens om met zijn ratio rationele beslissingen te nemen en vooraf te beredeneren welke de eventuele gevolgen van zijn handelen zouden opleveren met alle konsekwenties voor de handelende mens. De individuele burger zou als enige, volgens het natuurrecht, als persoon, - drager van rechten en plichten - mogen optreden. Een goede organisatie van de staatsinrichting, een korrekte verdeling van de staatsbevoegdheden, een goede opsomming van de grond- of basisrechten van de individuele burger, vastgelegd en beschermd in een geschreven dokument, een grondwet gestipuleerd en beschermd door het volk, dat zou de basis voor een goede en rechtvaardige samenleving moeten opleveren. Scheiding van Kerk en Staat was een van de grondslagen van de staatsinrichting en spoedig daarna kreeg de splitsing in de Katholieke kerk zijn beslag. Het was de monnik Maarten Luther, die 95 stellingen bevestigde aan de deur van de slotkapel in Wittenberg, waarmee hij de bevoegdheid van de kerk ontkende om de theologische ideologie voor de kerk en de gelovigen vast te stellen. Dit alles heeft konsekwent geleid tot een basale omwenteling in de samenleving van toen. Het begrip de nationale staat was geboren!