EUROPESE UNIE - De sancties die de Europese Unie heeft ingesteld tegen vier naaste medewerkers van de Burundese president Pierre Nkurunziza worden met een jaar verlengd. Hun financiële tegoeden blijven bevroren en ze zijn niet welkom in de EU. Het viertal zou betrokken zijn bij het "buitensporige" geweld en andere mensenrechtenschendingen tijdens gevechten rondom Nkurunziza's herverkiezing in 2015.
De situatie is sindsdien niet verbeterd, aldus de EU. Nog altijd staan zij een vreedzame politieke oplossing voor het etnische conflict in de weg. De regering wordt ervan beschuldigd de Tutsi-bevolkingsgroep stelselmatig te onderdrukken. Topposities in het leger worden ingenomen door Hutu-militairen die trouw zijn aan de president. Vorig jaar april escaleerde de crisis, nadat president Pierre Nkurunziza aankondigde een derde termijn te ambiëren. Hij won de omstreden verkiezingen waarna onlusten zeker vierhonderd levens eisten.
Martelingen
De EU blijft "diep bezorgd" over berichten over executies, martelingen, verkrachtingen, willekeurige arrestaties en verdwijningen in het Afrikaanse land. De unie roep alle partijen op het geweld en de straffeloosheid te beëindigen. De EU was goed voor ongeveer de helft van de jaarlijkse begroting. Nederland schortte in juli 2015 de hulp aan leger en politie in Burundi al op.