Scania krijgt Europese boete van ruim 880 miljoen vanwege kartel

EUROPESE UNIE - De Europese Commissie beboet de Zweedse vrachtwagenfabrikant Scania met 880,5 miljoen euro vanwege schending van het Europese mededingingsrecht. Het bedrijf heeft veertien jaar lang met vijf andere fabrikanten prijsafspraken gemaakt. Daarnaast berekende Scania de kosten van nieuwe technologieën voor strengere emissieregels door aan klanten.

Omdat de Europese Commissie met Scania niet tot een schikkingsbesluit kon komen, volgt nu een boete. Met de vijf andere bedrijven kon de commissie wel tot overeenstemming komen. Het gaat om MAN, DAF, Daimler, Iveco en Volvo/Renault. Scania laat weten het niet met de uitspraak van de commissie eens te zijn. Het bedrijf onderzoekt mogelijkheden om de boete aan te vechten.

Gevolgen
EU-commissaris Margrethe Vestager (Mededinging) zet nu een punt achter het onderzoek. ''Dit jarenlange kartel had gevolgen voor een groot aantal wegvervoerders, omdat Scania en de andere bedrijven gezamenlijk meer dan negen van de tien middelgrote en zware trucks in Europa produceerden", aldus Vestager.

"Deze vrachtwagens vervoeren drie kwart van alle goederen over land in Europa. In plaats van samen te spannen over prijzen hadden ze moeten concurreren." De prijsafspraken betroffen de hele Europese Economische Ruimte (EU plus Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland) en duurde van 1997 tot 2011, toen de commissie na een tip van MAN bij de bedrijven binnenviel.

Immuniteit
MAN, een dochterbedrijf van Volkswagen, kreeg daarom immuniteit en hoeft niets te betalen. De andere vier bekenden ook schuld waardoor ze korting kregen op de boetes. Die werden in juli vorig jaar al bepaald en bedroegen totaal 2,9 miljard euro. De prijsafspraken verliepen tussen 1997 en 2004 op het niveau van topmanagers, vaak in de marge van handelsbeurzen en per telefoon. Na 2004 werd het kartel in stand gehouden door de Duitse dochterondernemingen van de bedrijven. Volgens Vestager was Scania een ''heel actief" kartellid.