BRAZILIE - De Braziliaanse president Michel Temer is donderdag door de procureur-generaal in staat van beschuldiging gesteld wegens het belemmeren van de rechtsgang en afpersing.Dit heeft het kantoor van procureur-generaal Rodrigo Janot bekendgemaakt in een verklaring.
Het is nu aan het Braziliaanse lagerhuis om te beslissen of Temer zich moet verantwoorden voor het Hooggerechtshof. De aanklachten houden verband met een pleidooikoop tussen het Braziliaanse Openbaar Ministerie en de twee broers Batista, directieleden van het grootste vleesverpakkingsbedrijf ter wereld, JBS SA, die deze week werden aangehouden.
Zij zouden niet alleen de president maar ook tweeduizend andere politici hebben omgekocht. Er zou een geluidsopname bestaan waarop een van de broers met Temer over omkoping spreekt. In ruil voor geld zou de president ervoor zorgen dat het bedrijf voordelen zou genieten.
Woensdag gaf het Hooggerechtshof Janot toestemming om door te gaan met zijn zaak tegen de president. De hoogste federale aanklag had aangekondigd over meer bewijzen tegen Temer te beschikken en daar naar te willen handelen voordat zijn ambtstermijn afloopt, op 19 september.
Eerdere aanklacht
Vorige maand werd een eerdere aanklacht tegen de president in de kwestie rond JBS SA door het Braziliaanse parlement afgewezen. Temer heeft meerdere keren ontkend betrokken te zijn bij het corruptieschandaal. De zaak tegen Temer is onderdeel van een grootschalig corruptieonderzoek dat sinds 2014 loopt en waarin het (semi)staatsoliebedrijf Petrobas centraal staat. Tientallen prominente zakenmensen en hooggeplaatste politici zijn hierbij betrokken en velen van hen zijn inmiddels veroordeeld wegens corruptie en witwassen.