Economische Politiek

Het programma “Politiek in Perspectief” ontbloot politieke verbanden, verhoudingen en vooruitzichten. De Hoogleraar Prof Dr Donnor geeft op zijn eigen gereide wijze de weerstanden, de kansen en de interactie tussen politiek en economie weer. Hieronder treft u zijn beschouwing van deze week.

Walther Donner.
Doctor Donner is oud hoogleraar economie. Hij is econoom, jurist en romanschrijver. In deze drie hoedanigheden heeft hij talrijke boeken geschreven en heeft regeringen in verschillende landen mogen adviseren. Van zijn vele romans vermeld ik: Politiek betaalt waarin hij de gebeurtenissen in ons land in romanvorm schetst vanaf de autonomie in 1950. Vervolgens Swietie sranang kan me nog meer vertellen over hoe de jeugd leefde van 1936 tot 1946. Hij heeft in veel landen gewerkt in een adviserende of docerende functie. Hij is daarnaast zoals ze in het Engelse taalgebied zeggen een prolific writer. Zijn romans en wetenschappelijke artikelen zijn in tal van landen verschenen. Hij is al enkele jaren terug in ons land. Periodiek worden zijn beschouwingen over Surinaamse kwesties per e mail verzonden naar een selecte groep intellectuelen. Een enkele keer verschijnen ze ook in de krant. Kortgeleden hebben een paar prominente landgenoten een stichting opgericht om zijn werk te conserveren voor het nageslacht. De professor is al 87 jaren jong.

Vraag: Hoe lang bent u al terug
Antwoord, Zowat acht jaar.

In welke landen heeft u gezeten.
Antwoord: Aruba, Curaçao, Nederland, Barbados, Verenigde Staten, Costa Rica, De professor heeft in al de genoemde landen gewerkt als regeringsadviseur en heeft tegelijkertijd economie gedoceerd op talrijke instellingen van onderwijs o.a. als hoogleraar aan de
voormalige universiteit van Suriname. Ons land maakt moeilijke tijden door op economisch en financieel gebied. Misschien zouden we van hem enige tips kunnen krijgen hoe ze op te lossen?dat zal ik helaas niet kunnen. En vooral niet in een interview van een uurtje. De
Volkenbond vroeg destijds aan de Zwitserse hoogleraar Von Haberler hoe de depressie die in de dertiger jaren woedde kon worden aangepakt. Hij gaf het antwoord in een boek van acht honderd pagina’s. In Suriname verlangen wij antwoorden in A vier formaat. Wat ik in kort bestek kan doen is wijzen hoe een economie werkt zodat u met een klein beetje meer verstand over economische kwesties kunt meepraten of nadenken.

Waarmee houdt de economie zich bezig.
Levende wezens, mensen, dieren, planten zelfs muskieten en bacteriën hebben behoeften. Ze moeten eten en drinken om in leven te blijven en hebben daarvoor allerlei spullen nodig. We noemen ze behoeften bevredigingsmiddelen. In de natuurstaat klimt een mens die behoefte heeft aan voedsel in een Manja boom om er een of meerdere te plukken of hij gaat naar een kreek om vissen te vangen. Hij laat zijn arbeid los op de natuur. Op het geschapene zogezegd. De mens heeft een eigenschap die andere schepsels ontberen. De pandabeer heeft genoeg aan bamboe als voedsel. De mens wil echter meer spullen. Niet alleen van hetzelfde maar ook andere spullen. Hij heeft niet alleen behoefte aan Manja en vis maar ook aan vlees en groenten etc. In een ander opzicht verschilt een mens van andere wezens. Elk mens krijgt bij de geboorte ook iets extra’s mee. Hersenen. We zijn echter niet gelijk geschapen. De slogan all
men were created equal zoals in de amerikaanse declaration of independence wordt gezegd, moet met een korreltje zout worden genomen. Sommigen krijgen veel hersenen mee. Anderen weinig. De mensen met de vele hersenen denken na over de wijze van voortbrenging. Hoe kan dat beter. Ze ontdekken dat ze door een omweg te bewandelen meer kunnen voortbrengen. Ze maken eerst een plukstok of een hengel en gaan dan pas over aan de natuur te onttrekken wat ze nodig hebben. De econoom noemt de hulpmiddelen kapitaal. Wanneer een econoom spreekt over kapitaal dan bedoelt hij daarmee deze hulpmiddelen. Het zou beter zijn geweest om hiervoor de benaming productiemiddelen te gebruiken. We onderscheiden dus drie elementen die een rol spelen bij de voortbrenging. De natuur, de menselijke arbeid en het kapitaal of liever gezegd de productiemiddelen.

Rijkdom
Hoe meer bevredigingsmiddelen de mens tot zijn beschikking heeft hoe welvarender hij wordt geacht te zijn.Dit nu is het studieobject van de economische wetenschap. Hoe kan men aan meer behoeftenbevredigingsmiddelen komen. Voornamelijk deze vraag hield de grondlegger van de economische wetenschap de Schotse filosoof genaamd Adam Smith bezig. Aan het eind van de achttiende eeuw verscheen zijn boek getiteld an inquiry into the causes and nature of the wealth of nations. Hoe komt het, vroeg hij zich af, dat sommige landen welvarender zijn dan andere. De meningen van zijn voorgangers die zich met die vraag hadden beziggehouden, waren niet juist gebleken. De fysiocratische school had vroeger beweerd: je plant een zak met padi en je oogst honderd zakken. Dus landbouw maakt rijk. Onzin zei Smith. De economie van Nederland dreef niet op landbouw maar dat land was welvarender dan landen die op landbouw dreven zoals Frankrijk. De mercantilisten een andere stroming hadden beweerd dat het bezit van goud rijkdom betekende. Onzin zei Smith. Spanje kreeg veel goud uit Latijns Amerika maar werd bij elke bezending armer. De prijzen stegen en goederen moesten geïmporteerd worden. Veel bodemschatten helpen ook niet, zei Smith. Sint Eustatius had in die tijd nul bodemschatten maar de inwoners waren rijk. Het komt ook niet door een grote bevolking. India met een grote bevolking was straatarm. Hij meende de oorzaak gevonden te hebben. Er was een onzichtbare hand die alles dirigeerde. Dat was het eigen belang van de mensen. Een bakker, zei hij, staat niet om vier uur in de ochtend op om brood te bakken omdat hij van zijn klanten houdt of omdat hij dat zo leuk vindt, maar omdat hij daaraan verdient. Zo wordt hij rijk. Mensen die geleid worden door het winstmotief en bereid zijn omwille van de winst veel op te offeren kunnen rijk worden. Hoe meer van deze mensen je in een land hebt, hoe welvarender het land zal zijn. De staat moest zich niet bemoeien met de productie. Laat alles over aan de mensen die worden gedreven door het eigen belang, die een neus hebben voor business en bereid zijn zich in te spannen. Een anekdote kan dit illustreren. Een schoenenfabrikant stuurde een salesman naar een Afrikaans land. De man seinde de volgende week al terug: hier draagt niemand schoenen. Ik kom terug. De fabrikant stuurde een
andere salesman: die seinde terug, hier draagt niemand schoenen. Enorme markt. Stuur alvast duizend paar. De staat kon wel helpen, zei Smith, bijvoorbeeld door het entameren van werken die de productie gunstig zouden kunnen beïnvloeden maar die niet zelf door particulieren kunnen worden aangelegd. Zoals de bouw van energie centrales. Vervolgens door de aanleg van wegen naar vruchtbare streken. Tenslotte door het maken van wetten die particulieren zouden kunnen helpen zonder hen allerlei belemmeringen in de weg te leggen. Zijn slagzin luidde: de beste overheid is de kleinste overheid.

Nieuwe determinanten
De economen die in zijn geest werden opgeleid zeiden akkoord. De bakker kan wel op een onchristelijk uur uit zijn bed kruipen om broden te bakken, maar twee straten verderop is er een bakker die nog meer broden kan bakken in dezelfde tijd. Hoe komt dat dan? Welke factoren beïnvloeden de omvang van de productie. Het blijkt een ingewikkelde zaak te zijn.De titel van de redevoering die ik hield bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar aan de toenmalige universiteit van Suriname luidde: enige opmerkingen over de betekenis van het wetenschappelijk onderzoek voor de opvoering van de arbeidsproductiviteit in Suriname. Ik gaf een overzicht van de zaken die door mij onderzocht zouden worden die de productiviteit zouden kunnen beïnvloeden, zoals de invloed van het licht, de invloed van de hitte, de invloed van de kleur van de werkomgeving, de invloed van het voedsel etc.Sinds de tijd van Smith is dat de
voornaamste taak van de economische wetenschap. Je hebt twee categorieën economen. De economen die dit onderzoeken en de economen die de bevindingen toepassen in de praktijk. Hoe gaat de onderzoeker daarbij te werk? Iemand die goed wil voetballen, kijkt hoe ze het doen bij Real Madrid en niet naar Real Moengo Taptoe. We kijken dus voornamelijk naar de resultaten van andere onderzoekers in andere landen hoe ze het daar doen en met welke resultaten voordat we zelf met iets beginnen. In de loop der tijden zijn talrijke ontdekkingen op dit gebied gedaan.Alvorens een overzicht daarvan te geven wil ik eerst iets anders behandelen.
Welvaart
De vraag hoe welvarend men in een land is, wordt afgemeten aan het inkomen per hoofd van de bevolking. De grote internationale instellingen zoals Wereldbank, Verenigde Naties, IMF etc. begonnen na de oorlog elk jaar een lijst van alle landen te publiceren met dat bedrag in dollars zodat de landen zichzelf kunnen volgen en zien of ze vooruit gaan dan wel hoe ze staan ten aanzien van andere landen.

Welzijn
Sommige economen vooral van christelijken huize hadden bezwaar tegen de nadruk op welvaart. Niet alle mensen zeiden ze, zijn geïnteresseerd in meer welvaart. Ook een gevoel van welbehagen, van tevredenheid met het bestaan is belangrijk. Toen begonnen de Internationale instellingen dat ook te meten en jaarlijks cijfers daarover te verstrekken. Elk jaar krijgen we een rangorde. Even een mop hierover. De directeur van een bedrijf in Kenya kwam s morgens als hij naar het werk ging altijd langs een paar mannen, die aan een kanaal stonden te vissen. Hij stapte eens uit en vroeg: ”Jongens waarom doen jullie dat onder een werkdag. Willen jullie niet bij mij komen werken? Neen zeiden ze. Dit is veel leuker. Willen jullie dan geen geld verdienen? Neen zeiden ze. Waarom werkt u zo hard?Ik werk voor mijn pensioen zei hij.Wat gaat u dan doen.Dan ga ik lekker vissen.Maar dat doen wij nu al zeiden ze. Ik vertelde de mop aan mijn studenten. Een van ze zei eens: dank je de koekoek. Dan gaan ze naar huis en geven hun vrouwen een aframmeling omdat die niet hard gewerkt zouden hebben om hen van radio’s en mobieltjes te voorzien.Sommige mensen geven inderdaad de voorkeur aan welzijn zolang er iemand anders is die voor ze wil pezen. De ambtenarij in ons land wordt in stand gehouden door de belastingen van de overgebleven multinationals en flinke bijdragen en leningen van het buitenland. Het zijn anderen die voor ons pezen. Wegen, ziekenhuizen, scholen alles krijgen wij van buiten in de vorm van leningen en schenkingen.

Determinanten
Ik zal thans overgaan tot de bespreking van de determinanten van de productie. Dan krijgt u een idee waar de econoom die de opdracht krijgt de mogelijkheid van vestiging van een bedrijf te onderzoeken naar kijkt. Huiswerk: Op het ogenblik is er een enorme delegatie in Nederland om Suriname als toeristische attractie te promoten. Ga bij uzelf na. na raadpleging van hetgeen hieronder volgt, of wij succesvol zullen zijn. Zoniet wat wij zullen moeten doen om succesvol te zijn). 

1. Management. De Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter was het eens met Adam Smith dat je mensen nodig hebt die gedreven worden door het winstmotief om de productie op te voeren. Maar niet alleen dat is nodig. vond hij. De productie kan slechts worden opgevoerd door goed management. Dat zien we bij een brand. Iedereen loopt door elkaar met emmers water. Iemand vormt een keten en laat een emmer van hand tot hand gaan. Het zijn de mensen met een creatieve geest die de productie kunnen opvoeren. Bijvoorbeeld de lopende band productie of de zelf bediening.
2. Gezagsverhoudingen. Er moet bereidheid bestaan om orders op te volgen. Mensen die steeds orders ter discussie stellen kunnen een organisatie kapot maken.
3. Netwerken. Ondernemingen hebben mensen nodig in de leiding met netwerken. Mensen die zich met gemak kunnen bewegen in de kringen die er toe doen. Bijvoorbeeld om orders binnen te halen. 

4. De bereidheid zich te houden aan de wet en aan overeenkomsten. Vakbonden zijn soms cruciaal bij de vestiging van ondernemingen. Ze willen soms delen bij windfall winsten als het goed gaat, maar willen niet terug als het slecht gaat.
5 Arbeidsrust. De discipline waar de Duitsers en Japanners zo beroemd voor zijn, wordt vaak genoemd als oorzaak van hun snelle wederopbouw. Stakingen komen er zelden voor. Ook de arbeidsvrede die in Nederland kort na de oorlog heerste, wordt aangemerkt als katalysator van de wederopbouw.
6 Technologische instelling Er is veel behoefte aan mensen met een technische knobbel. De afkeer van bèta vakken bij de vrouwen begint ze in Europa op te breken. Mensen moeten uit andere landen gehaald worden. 

7 Geletterdheid. Het onderwijs wordt door velen heilzaam geacht voor de economische ontwikkeling. Kan soms echter een handicap blijken als mensen met diploma weigeren in de landbouw te gaan en steeds in een airco omgeving willen werken.
8 Afzetgebied. De mogelijkheid om het eindproduct af te zetten kan ook zorgen voor vergroting van de productie. Suriname heeft een bevolking van 500.000 mensen. Luxemburg heeft 520.000. maar heeft het hoogste gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking in de wereld. Dat is bijna twee keer zo groot als dat van Nederland. Het land is omringd door rijke landen. Suriname heeft nu ook een mooi afzetgebied in de CARICOM
9 De religie. Noord Europa is duidelijk welvarender dan Zuid Europa. Dit wordt sinds het beroemde werk van de Duitser Max Weber toegeschreven aan de religie. De opmars van de Hindoestanen in ons land wordt vaak verklaard uit deze factor. Adventisten weigeren zaterdags te werken. 

10.Gebrek aan punctualiteit. Lopende band productie is haast onmogelijk bij deze factor.
11 De neiging tot lediggang en praten onder het werk.
12 De neiging tot tegenspraak bij elke opdracht.
13 De neiging van regeringen om zich teveel in te laten met economische kwesties. Red tape zogezegd.
14 Corruptie. Hierover wordt verschillend gedacht. Sommigen vinden het funest voor de ontwikkeling, Anderen noemen het neutraal.
15 Culturele verplichtingen. Deze kunnen soms een belemmering vormen. De weerstand om bedrijven te vestigen in gebieden die als heilig worden aangemerkt bijvoorbeeld.
16 Leiders met een goede neus voor economische mogelijkheden. Koning Willem I die werd aangeduid als koopman koning, wist veel te bereiken. Dr. Lee van Singapore die zijn land rijp maakte voor economische ontwikkeling wordt vaak genoemd net als Nelson Mandela die zich wist te omringen met bekwame raadgevers.
17 De sociale stratificatie. De elitaristische school zegt: een normale samenleving is opgebouwd uit drie klassen a. aristocratie, dat zijn de aanzienlijken, b. de middenstand die de klasse van de aanzienlijken van vers bloed, van intellectuelen en van geld voorziet. C.de arbeidersklasse die orders opvolgt. Uit de geschiedenis blijkt dat elke ontwikkeling werd ingezet door de aristocratie. Nergens en nooit heeft een regime van de arbeidersklasse voorspoed gebracht. De communistische landen hebben de macht weer overgedragen aan de mensen die daarvoor geboren of opgeleid zijn.

Feasibility
De econoom die de opdracht krijgt de mogelijkheden van vestiging van een bedrijf te onderzoeken kijkt naar al deze factoren. Hij begint met de huidige situatie en vraagt zich af Hoe komt het dat de KLM zijn boekhouding laat verzorgen in India en veel Nederlandse bedrijven dat laten doen in Turkije en niet in ons land waar alles in het Nederlands had kunnen geschieden? Hoe komt het dat Nederlandse bloemisterijen hun rozen telen in Kenia en Ethiopië en niet in ons land. Het is toch hetzelfde klimaat? Hoe komt het dat Nederlandse voetbalclubs voetbalscholen opzetten in Ghana, Liberia, Nigeria en Zuid Afrika en niet in ons land, terwijl ze weten dat onze voetballers zich kunnen meten met de beste ter wereld. Hoe komt het dat Nederlandse melkveebedrijven hun melk in Costa Rica voortbrengen voor export naar Zuid Amerika, en niet in Suriname. Hoe komt het dat het eco toerisme bloeit in Costa Rica en niet in ons land terwijl we zoveel meer te bieden hebben? Hoe komt het dat zoveel renteniers bereid zijn hun oude dag in Costa Rica door te brengen en niet in ons land? De lijst kan worden aangevuld met kippenkwekerijen in de Oekraïne. Hij kijkt naar de instelling van de overheid. De overheid sticht MULO scholen in het bosland wat straks een geweldige toeloop naar de universiteit zal teweeg brengen van mensen die ten enenmale de breeding voor een universitaire studie ontberen. Er zijn geen sociale klassen. Het traditionele gezag wordt niet uitgeoefend door lieden met een geweldige afkomst of opleiding. Onze voormalige minister van buitenlandse zaken, een invloedrijk man, zei eens: we zijn bereid van een ieder geld aan te nemen maar niemand moet ons zeggen wat we daarmee mogen doen. 

De huidige minister van onderwijs zei kortgeleden dat hij de studieduur wil inkorten en de herkansingsmogelijkheden wil vergroten.

Een paar jaar geleden adviseerde drs. Allbert Ramdin de voormalig vice president van de OAS om het onderwijs in de talen die in Latijns Amerika gesproken worden drastisch te bevorderen. Even later stelde de minister van onderwijs een commissie in, om Saramaccaans en Aucaans en meer van die talen die in Suriname gesproken worden tot officiele talen op de scholen in te voeren. Volkomen Weltfremd. Dat is het probleem in ons land. Wij weten niet hoe het elders aan toegaat en laten na dit onderzoeken. Kortgeleden lazen wij in Newsweek het volgende: Harvard College received 27,462 applications for admission to the Class of 2013, 2,175 were admitted (7.9%), and 1,658 enrolled (76.2%). Kan men zich zoiets voorstellen. Van de zeven en twintig duizend aanvragen werden slechts een stuks of 2000 studenten goed genoeg bevonden om toegelaten te worden. Goede universiteiten streven naar kwaliteit, niet naar kwantiteit. 

Regering
Regeringen brengen geen welvaart. Ze kunnen slechts een gunstig klimaat creëren waarbinnen particulieren, binnenlandse of buitenlandse, moeten werken om welvaart te brengen. Daartoe doen ze onderzoek naar de knelpunten om die op te heffen. Door middel van wetten, of door opvoeding. Een accountant die een paar jaar in Suriname had gewerkt (medebestuurslid van de VVD) wist mij haarfijn de karakterdefecten van de Surinamers aan te duiden waarom Nederlande bedrijven ondanks het feit dat wij nederlands spreken en denken niet bereid waren zich in suriname te vestigen. Hij moest bedrijven adviseren en was steeds negatief. A) we zijn steeds te laat en houden ons niet aan afspraken. B) wij kennen de woorden sorry en mea culpa niet maar dragen steeds rechtvaardigingen aan voor onze misstappen. C) we spreken zelden iets goeds of moois over onze medemensen. D) wij willen over
alles redeneren als wij nou van een onderwerp verstand hebben of niet e) we hebben lange tenen en zijn agressief als ons op onze fouten gewezen wordt. F) we houden van klikken en roddelen. G)Wij schamen ons om het ongelijk te erkennen in een debat en hebben steeds het woordje “maar” gereed voor tegenspraak. H) door onze beperkte woordenschat nemen we altijd onze toevlucht tot krachttermen of onze vuisten in plaats van de opponent met woorden te verslaan. Volgens de informant werden in de goede oude tijd alle uitgezonden ambtenaren en andere functionarissen op het Ministerie van Overzeese Rijksdelen ingewijd in aard en karakter van de Surinaamse mens.

Toekomst perspectief
We hebben met de volgende problemen te maken.
1. Onze bevolking blijft groeien. We zouden elk jaar een onderneming van de omvang van staatsolie moeten oprichten om het accres op te vangen.
2. We zijn consumptief ingesteld. Niet productief. Met ‘geregelde’ mensen zullen we geen industrialisatie tot stand kunnen brengen.
3. We hebben teveel karaktertrekken die een handicap vormen voor industrialisatie. Slechts een overheid die zich bewust is van onze tekortkomingen en zich doelbewust inzet om die te verhelpen o.m. door hervorming van ons onderwijsstelsel (meer nadruk op sociale vaardigheden en meer aandacht voor karaktervorming) zal dit land uit het slop kunnen halen en onze afhankelijkheid van buitenlandse hulp kunnen verkleinen, waarin wij ons sinds het vertrek van de bakra’s bevinden.