De James Webb-ruimtetelescoop heeft mogelijk genoeg brandstof aan boord om twintig jaar actief te blijven, zegt NASA-technicus Mike Menzel.
De missie van de telescoop duurt in principe vijf jaar, maar eerder werd bekend dat deze tot tien jaar verlengd zou kunnen worden, als alles naar behoren zou blijven werken. Nu denkt NASA dat de telescoop mogelijk zelfs twintig jaar lang wetenschappelijke metingen kan doen.
NASA had verwacht dat de telescoop meer brandstof zou gebruiken om op koers te raken voor de bestemming, maar de lancering bracht het apparaat al precies in de juiste richting. Daardoor blijft er meer brandstof over die de levensduur van de telescoop uiteindelijk kan verlengen. Ook tijdens koerscorrecties blijkt het apparaat minder brandstof te verbruiken dan verwacht.
De telescoop gebruikt niet alleen brandstof om koerscorrecties toe te passen, maar ook om belangrijke functies voor de missie uit te voeren. Met behulp van de brandstof kan de telescoop bijvoorbeeld de juiste kant op gericht blijven.
Volgens Menzel is er op dit moment nog "voor grofweg twintig jaar aan brandstof over". Hij zegt wel dat de precieze hoeveelheid brandstof aan boord de komende tijd nader moet worden bepaald en dat de twintig jaar daarom nog niet definitief is.
De James Webb-ruimtetelescoop werd op Eerste Kerstdag gelanceerd vanuit Frans-Guyana en is de opvolger van de beroemde ruimtetelescoop Hubble. De telescoop is ongeveer zo groot als een tennisbaan. Bij het vertrek was de telescoop opgevouwen, zodat deze in de raket paste. Inmiddels is de James Webb volledig uitgeklapt in de ruimte.
Met de telescoop zal worden gezocht naar zeer oud licht van sterren en sterrenstelsels die net na de oerknal zijn ontstaan. Ook onderzoekt de telescoop hoe de atmosfeer van planeten buiten ons zonnestelsel eruitziet, wat belangrijk is voor het vinden van eventuele sporen van leven.