Bestaande koopwoningen waren in november 20,1 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, blijkt woensdag uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Kadaster. Dat betekent een evenaring van de grootste prijsstijging van jaar op jaar van februari 2000.
Begin 2000 was de gemiddelde prijs voor een huis 160.000 euro, vorige maand meer dan 400.000 euro. Het prijsniveau van november is het voorlopige hoogtepunt van een stijgende trend die in juni 2013 in gang werd gezet. In het derde kwartaal van dit jaar zat de gemiddelde transactieprijs met 401.000 euro ook al boven de grens van vier ton.
Volgens het Kadaster wisselden vorige maand 16.048 woningen van eigenaar, een plus van 13 procent vergeleken met een jaar eerder. Gemeten over de eerste elf maanden staat de teller op 205.528 woningen, een toename van 2 procent.
Door de gemiddelde prijzen van bestaande woningen is het voor huishoudens steeds lastiger om een huis te kopen. Eerder deze maand meldde het Kadaster dat een huishouden met een gezamenlijk jaarinkomen van 35.000 euro of minder nauwelijks nog een woning kan kopen. Ook met een inkomen tot 60.000 euro is nog maar een op de drie koopwoningen betaalbaar.
Het ergst is de situatie in de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht), omdat daar de prijzen het hoogst zijn.