Nederlandse consumenten hebben in juli vooral veel meer uitgegeven aan kleding en schoenen. Kleding- en schoenenwinkels draaiden in juli voor de vijfde maand achter elkaar meer omgezet dan een jaar eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De omzet van winkels die voedsel verkochten, zoals supermarkten, daalde juist. Vorig jaar gaven Nederlanders tijdens de coronacrisis veel meer geld uit aan eten.
De extra kleding- en schoenenverkopen wogen in totaal zwaarder en de omzet van de detailhandel steeg in juli met 3,4 procent op jaarbasis. Ook tijdens de coronacrisis zijn Nederlanders echter flink blijven uitgeven, zij het meer online. Tegenover juli 2019 stegen de opbrengsten met 12,9 procent.
Niet alleen de kleding- en schoenenwinkels verkochten meer, ook de omzet van winkels in meubels en woninginrichting, drogisterijen, doe-het-zelfwinkels en die van verkopers van keukens en vloeren was hoger dan een jaar eerder. Verkopers van consumentenelektronica en recreatieartikelen deden het minder. De non-foodsector als geheel zag de omzet met 3,3 procent groeien.
In de foodsector was er een krimp van 1,2 procent. De online verkopen gingen met 11,1 procent omhoog. Daarbij waren webwinkels, die het internet als belangrijkste afzetkanaal hebben, goed voor een groei van 12,6 procent. Winkels die er een online shop bij hebben, groeiden op het web met 9 procent.
Het beeld van juli laat zien dat de trends van het afgelopen kwartaal een vervolg krijgen. Kledingwinkels zagen hun verkopen in het tweede kwartaal met maar liefst 40 procent stijgen ten opzichte van een jaar eerder. De groei bij voedingswinkels was er in de achterliggende periode nauwelijks, wat wordt bevestigd met een krimp in juli.