'De coronapandemie heeft het complotdenken aangewakkerd'

QAnon, klimaatontkenning, het 5G-netwerk als veroorzaker van corona en corona als biologisch wapen: is de complottheorie in opmars? En hoe ontstaan die theorieën eigenlijk? Samenzweringstheorie-onderzoeker Jan-Willem van Prooijen: "Complotdenken is een soort zelfbeschermingsmechanisme."

Komt complotdenken meer voor dan vroeger?

"In principe is het van alle tijden. Ook in de middeleeuwen waren samenzweringstheorieën al wijdverbreid. Denk alleen maar aan de heksenvervolgingen: toen verdacht men jonge vrouwen ervan samen te spannen met de duivel. Complottheorieën zijn tegenwoordig wel zichtbaarder dankzij internet en sociale media. Verhalen verspreiden zich sneller. Maar dat betekent niet per se dat meer mensen daarin geloven."

Heeft de coronacrisis het complotdenken aangewakkerd?

"Zeker. Er doen allerlei theorieën de ronde over het virus. Dat COVID-19 niet bestaat, dat het komt door het 5G-netwerk, dat de Chinezen of Bill Gates erachter zitten… Daaruit zijn ook weer allerlei subcomplotten ontstaan, met als gemeenschappelijke kern dat we worden voorgelogen: door de politiek, het RIVM en de media."

“Wetenschappers, journalisten en beleidsmakers moeten hun werk kunnen doen. Absurde verhalen, zoals dat machtige elites een pedonetwerk runnen, helpen daar niet bij.”

Jan-Willem van Prooijen, onderzoeker samenzweringstheorieën

Hoe ontstaan complottheorieën?

"Complotdenken wordt vaak aangezwengeld door crises in de maatschappij. Het is een reactie op een onzekere situatie. In dit geval is dat onzekerheid dankzij corona: over onze gezondheid, onze banen en onze toekomst in het algemeen."

"Het is een soort zelfbeschermingsmechanisme. Als we ons in een bedreigende situatie bevinden, proberen we die te begrijpen. Complottheorieën zijn een manier om dat te doen. Net als religie of geloof in het magische of paranormale. Wat ook meespeelt: angst zorgt ervoor dat mensen uitgaan van het ergste: als ze bang zijn, geloven ze eerder dat er kwade machten aan het werk zijn die het slechtste met ze voorhebben."

Waarom richten die theorieën zich momenteel tegen instituten zoals de wetenschap, de politiek en de journalistiek?

"Mensen hebben in deze onzekere tijd behoefte aan duidelijke antwoorden. Die krijgen ze niet, want experts zijn het lang niet altijd met elkaar eens. Wetenschap is wikken en wegen en de dingen van alle kanten bekijken. Het duurt lang voor iets wetenschappelijk bewezen is.

De boodschap verandert bovendien nogal eens: eerst werkten mondkapjes niet en toen toch wel. Zo rijst bij sommigen de vraag of media en wetenschap het wel goed met ze voorhebben."

Er vonden de afgelopen tijd ook geweldsincidenten plaats. Onder anderen tegen NOS-journalisten die werden bedreigd. Heeft dat ook te maken met complotdenken?

"Radicalisering ligt bij complotdenken op de loer. De overtuiging van het eigen gelijk maakt intolerant ten opzichte van andersdenkenden: de eigen ideeën zijn superieur en de ander houdt er immorele gedachten op na. In extreme gevallen kan dat tot geweld leiden: de andersdenkende is een verrader en moet het zwijgen worden opgelegd."

Maakt u zich zorgen over dit soort geweldsincidenten in de huidige maatschappij?

"Ja. Radicalisering en geweld hebben een ontwrichtende werking op de samenleving. Juist tijdens de coronacrisis is het van belang dat mensen vertrouwen op de richtlijnen van experts, zich goed laten informeren en constructief meedenken over oplossingen."

"Daarbij is het noodzakelijk dat wetenschappers, journalisten en beleidsmakers ongehinderd hun werk kunnen doen. Absurde verhalen, zoals dat machtige elites gezamenlijk een pedonetwerk runnen, helpen daar bepaald niet bij."

Dr. Jan-Willem van Prooijen is psycholoog en als onderzoeker verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij doet onderzoek naar complottheorieën en is auteur van het boek The Psychology of Conspiracy Theories.