De uitbraak van het coronavirus heeft in het eerste kwartaal vooral de omzet van kledingzaken en schoenenwinkels doen dalen. In de zogeheten foodsector dreef de fors hogere supermarktverkoop in maart de kwartaalomzet op, zo maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag bekend.
Mede door de omzetdaling bij kledingwinkels en schoenenzaken viel de kwartaalomzet van de non-foodsector in totaal 0,6 procent lager uit ten opzichte van de eerste drie maanden van vorig jaar. De omzet van kledingzaken daalde met 16,2 procent, die van schoenenwinkels met 15,7 procent.
De hogere omzet van onder meer doe-het-zelfzaken en drogisterijen, die plussen van respectievelijk 13,6 procent en 8,3 procent noteerden, kon dat niet compenseren.
De foodsector daarentegen profiteerde van de uitbraak van het coronavirus en zag de kwartaalomzet met 6,4 procent stijgen. De supermarktomzet groeide als gevolg van het hamstergedrag van consumenten met 6,9 procent het meest.
Dit was vooral te danken aan een hogere omzet in maart. Supermarkten draaiden die maand 13,1 procent meer omzet, speciaalzaken zagen de omzet in maart 4,9 toenemen.
Door de coronamaatregelen zaten ook de internetverkopen in de lift. Gemeten over de eerste drie maanden van het jaar was de internetomzet van de detailhandel 19,1 procent groter dan vorig jaar.
Het ondernemersvertrouwen lag in het eerste kwartaal van het jaar echter nog nooit zo laag: -37,2. Het is voor het eerst sinds eind 2013 dat het CBS een negatieve waarde communiceert.
Een getal onder 0 betekent dat de negatief gestemde ondernemers in de meerderheid zijn. Vooral horecaondernemers zien de nabije toekomst somber in.
Volg de laatste ontwikkelingen rond het virus in ons liveblog.