FC Barcelona heeft donderdagavond het salaris van alle spelers en staf met 70 procent verlaagd. Dat is tegen de zin van de spelers, die een dergelijk voorstel eerder nog afwezen.
Door de coronacrisis loopt Barcelona veel inkomsten mis. Net als veel andere bedrijven in Spanje maakt de club gebruik van de wettelijke regeling ERTE, waarin bepaald is dat werknemers maximaal zes maanden lang slechts 30 procent van hun salaris krijgen en minder uren werken dan in hun contract staat.
ERTE werd in Spanje ook veel gebruikt tijdens de financiële crisis in 2008.
'Barça' gebruikt de regeling voor alle spelers en stafleden van het eerste elftal, Barcelona B, het hoogste jeugdteam, het vrouwenteam, de basketballers, de zaalvoetballers, de handballers, de hockeyers en de rugbyers van de club. Dat houdt in dat ook onder anderen Lionel Messi, Frenkie de Jong, Stefanie van der Gragt en Lieke Martens tijdens de coronacrisis minder salaris krijgen.
Barcelona deed een beroep op de wet omdat een overleg met de vertegenwoordigers van de spelersgroep niets opleverde: de spelersraad van het eerste elftal (Lionel Messi, Gerard Piqué, Sergio Busquets en Sergi Roberto) kwam met voorzitter Josep Maria Bartomeu niet tot een akkoord over salarisverlaging.
Donderdagavond besloot Bartomeu na een videoconferentie met overige bestuursleden de tijdelijke loonsverlaging toch door te voeren. "Dit is feitelijk geen loonsverlaging, maar een tijdelijke verkorting van het aantal arbeidsuren", laat de club in een verklaring weten.
Barcelona liet daarnaast weten dat de club het stadion en andere clubfaciliteiten beschikbaar stelt voor medische zorg.
Spanje is met ruim 50.000 geregistreerde coronabesmettingen en meer dan 4.300 overleden COVID-19-patiënten na Italië het zwaarst getroffen land in Europa. Het land ging op 14 maart voor twee weken in lockdown en de verwachting is dat de regering die periode dit weekend zal verlengen.
Volg de laatste ontwikkelingen rond het virus in de sportwereld in ons liveblog.