Wie relevant wil blijven op de arbeidsmarkt, zal zijn leven lang moeten blijven leren. Niet alleen op cursussen, maar ook op de werkvloer valt er genoeg op te steken.
Wie hoopte dat hij na zijn studie voorgoed afscheid kon nemen van de schoolbanken, wordt op de arbeidsmarkt verrast. Een cursus hier, een training daar: we moeten een leven lang leren om ons werk goed te blijven doen.
Maar hoe doe je dat naast je werk? Uit onderzoek van Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt van Maastricht University blijkt dat 54 procent van de medewerkers jaarlijks een cursus of training volgt. "Dat zijn hoopvolle cijfers", aldus Andries de Grip, hoogleraar economie en directeur van het researchcentrum.
“Flexwerkers willen bijvoorbeeld wel, maar werkgevers willen niet investeren.”
Andries de Grip, hoogleraar economie
Er zijn echter drie probleemgroepen bij wie dat aantal niet zo hoog ligt: laagopgeleiden, flexwerkers en mensen ouder dan 55 jaar. "En laten dat nou net de groepen zijn die het nodig hebben", zegt De Grip.
Bij deze drie groepen wordt door werknemer of werkgever het nut van ontwikkeling niet altijd ingezien. "Flexwerkers willen bijvoorbeeld wel, maar werkgevers willen niet investeren. En bij 55-plussers is het de vraag hoeveel je nog gaat investeren voordat ze met pensioen gaan."
Bovendien wordt vaak naar de korte termijn gekeken. "Mensen merken er vaak weinig van dat ze achterlopen met hun kennis. Maar als je bijvoorbeeld ontslagen wordt of van baan wil wisselen, dan is het met achterstallige kennis erg moeilijk om een nieuwe baan te vinden", aldus De Grip.
Toch zijn cursussen en trainingen niet de enige manier om bij te leren. De Britse onderwijskundige Charles Jennings ontwikkelde begin deze eeuw het 70:20:10-principe: waar 10 procent voorbehouden is aan formeel leren, zoals cursussen en trainingen, doe je 20 procent van alle nieuwe kennis op door te leren van anderen. Het overgrote gedeelte van leren doe je op werk, simpelweg gezegd door nieuwe dingen te doen.
"Ik denk dat die 70 procent zelfs een beetje te bescheiden is", lacht De Grip. Uit zijn onderzoek blijkt dat 85 procent van de tijd die mensen op hun werk aan leerzame activiteiten besteden, informeel gebeurt: een interessante taak uitoefenen, een collega die je dingen uitlegt, vakliteratuur lezen of een nieuwe vaardigheid onder de knie krijgen.
In bepaalde sectoren is scholing in de vorm van cursussen nou eenmaal een 'moetje'. Doktoren en technici moeten zich laten bijscholen om de juiste certificaten te halen en hun werk überhaupt te kunnen doen. "Maar in veel andere sectoren zal er meer gehamerd moeten worden op ontwikkeling, omdat het niet zo vanzelfsprekend is."
“Bij leidinggevenden gaat het er niet meer om wie de slimste is, maar over het leiden van mensen.”
Marlieke Ketelaars, manager Van Oord Academy
Bij baggeraar en maritiem dienstverlener Van Oord, dat veel met technici werkt, is leren en ontwikkelen deels verplicht. "Maar naast alle verplichte veiligheidscursussen, proberen we mensen te motiveren om zich te blijven ontwikkelen", aldus Marlieke Ketelaars, verantwoordelijk voor de Van Oord Academy. Het bedrijf werd vorig jaar uitgeroepen tot beste business academy van Nederland.
Opvallend is de aandacht voor soft skills: niet hoe de nieuwste technieken werken, maar hoe je een goed gesprek voert of een presentatie geeft. "De meeste mensen die bij ons werken, zijn hardcore techneuten. Maar bij leidinggevenden gaat het er niet meer om wie de slimste is, maar over het leiden van mensen.'
Groot voordeel van alle verschillende leermogelijkheden is dat er niet meer standaard naar de cursus wordt gegrepen op het moment dat er geleerd moet worden. "Een training is inspirerend voor een dag, maar daarna ga je over tot de orde van de dag. We kijken intern wat het best bij iemand past om te leren. Je kan bijvoorbeeld met een collega meelopen, een interne stage doen op een andere afdeling, taken van een collega tijdelijk overnemen om te kijken of het wat voor je is."
“Als je mensen te lang dezelfde taak laat doen, raken ze uitgeleerd.”
Andries de Grip, hoogleraar economie
Op die manier komt het ook voor dat medewerkers een andere baan binnen het bedrijf kunnen proberen om te kijken of het iets voor hen is. Ketelaars: "Heb je een technische achtergrond, maar wil je liever naar de commerciële kant van het bedrijf? Door het leren intern te organiseren, binden we ook mensen aan het bedrijf."
Het is volgens hoogleraar De Grip een goede manier voor werkgevers om medewerkers gemotiveerd te houden. "Als je mensen te lang dezelfde taak laat doen, raken ze uitgeleerd. Zorg dat werknemers uitgedaagd worden door ze andere taken te laten doen of van functie te wisselen.'