Door de snelle opwarming van het Noordpoolgebied smelt het zee-ijs. Het oppervlak wordt kleiner en het resterende ijs ook steeds dunner. Tot nog toe was er één uitzondering: een metersdikke ijsplaat tegen de kust van Canada aan. Maar dit oudste en dikste zee-ijs blijkt minder stabiel dan gehoopt – en is al 1,5 meter dunner geworden.
Het gebied rond de Noordpool warmt ruim tweemaal zo snel op als de rest van de wereld. Als gevolg daarvan is in de zomermaanden het oppervlak aan drijvend zee-ijs op de Noordelijke IJszee in veertig jaar tijd al bijna gehalveerd. Maar er is meer aan de hand: het resterende zee-ijs wordt ook steeds dunner.
Het totale ijsvolume is daardoor nog maar een kwart van wat er aanwezig was toen begin jaren zeventig satellietwaarnemingen begonnen. Het overgebleven ijs is steeds vaker dun 'seizoensijs' - dat vormt in de winter en smelt weer voor een groot deel weg in de zomer. Dit dunnere ijs is ook gevoeliger voor stromingen in de onderliggende oceaan, voor stormen en vooral voor verdere opwarming. Als de klimaatverandering doorzet, zal dan ook een groot deel van de Noordelijke IJszee in de zomermaanden ijsvrij worden - met onder andere grote ecologische gevolgen.
Dik, meerjarig Noordpoolijs is inmiddels een zeldzaamheid: 95 procent is weggesmolten. Op één plek na: een metersdikke plak ijs tegen de kust van Canada en het noorden van Groenland - door poolonderzoekers 'The Last Ice Area' genoemd. De hoop is dat ook in een warmer klimaat hier een deel van het zee-ijs behouden kan blijven.
Ecologen die onderzoek doen in het noordpoolgebied zijn bang dat het verdwijnen van het zee-ijs grote gevolgen heeft voor het natuurlijke leven in het gebied. De jongen van Arctische zeehonden als de baardrob, zadelrob en de klapmuts worden geboren op het ijs. Deze zeehonden vormen een belangrijke voedselbron voor de ijsbeer, die de ijsvlakten gebruikt om te jagen. Soorten die voor hun voortplanting of voedselvoorziening afhankelijk zijn van zee-ijs krijgen zo steeds kleinere leefgebieden.
Dat geldt ook voor talloze kleinere soorten aan de onderkant van drijvend ijs: slakken, kreeftjes en ook algen - die weer voedsel zijn voor vissen en walvissen. Zo is een groot deel van de Arctische voedselketen uiteindelijk gebonden aan de aanwezigheid van zee-ijs.
De hoop van deze ecologen is 'The Last Ice Area', een 2.000 kilometer lange kuststrook van het noordwesten van Canada tot de noordpunt van Groenland. Het aanwezige zee-ijs is hier minstens vijf jaar oud - en op sommige plekken meer dan 4 meter dik. Voor allerlei van ijs afhankelijke soorten kan het wellicht een toevluchtsoord worden, als ook het midden van de Noordelijke IJszee 's zomers ijsvrij wordt.
Een zeehond in het noordpoolgebied. (Foto: Getty)
De reden is niet dat het er veel kouder is, maar dat waterstromingen er veel van het dunnere zee-ijs van elders op de Noordpool naartoe brengen - dat voor een deel opstapelt tegen de Canadese kust.
Een team Canadese en Amerikaanse onderzoekers waarschuwt dat de mondiale opwarming sneller moet afremmen, willen we dit gebied behouden. In een nieuwe studie in het vakblad Geophysical Research Letters schrijven ze dat het dikke meerjarige ijs voor de Canadese kust veel beweeglijker is dan eerder gedacht. Het blijkt zelfs twee keer zo snel te bewegen als het dunnere zee-ijs elders op de Noordpool.
En dat maakt ook dit dikke ijs gevoelig voor klimaatverandering. De gevolgen daarvan zijn dan ook al meetbaar, zeggen de onderzoekers. Ze ontdekten dat dit oudste en dikste ijs van de Noordpool sinds het einde van de jaren zeventig al anderhalve meter dunner is geworden, een gemiddeld ijsverlies van veertig centimeter per tien jaar. Als die krimp een halve eeuw blijft aanhouden, dan wordt ook 'The Last Ice Area' in de zomer ijsvrij.