Olieprijs schiet omhoog na neerhalen Amerikaanse drone door Iran

De olieprijzen zijn donderdag flink gestegen nadat een Amerikaanse militaire drone werd neergeschoten door Iran. De prijzen stijgen vanwege de toenemende angst voor een militair conflict tussen Iran en de Verenigde Staten.

Omstreeks 12.00 uur steeg de prijs van een vat Brentolie, de maatstaf voor olie uit Europa, Afrika en het Midden-Oosten, met 2,7 procent naar 63,45 dollar (zo'n 56,15 euro). Een vat Amerikaanse olie werd 2,9 procent duurder en was 55,5 dollar waard.

De spanningen tussen Iran en de Verenigde Staten zijn donderdag verder opgelopen nadat een Amerikaanse drone werd neergeschoten door een Iraanse luchtdoelraket. Volgens Iran gebeurde dit in het Iraanse luchtruim, de VS zegt dat het toestel in het internationale luchtruim vloog.

"We kunnen bevestigen dat een surveillance-drone is neergeschoten door Iraanse luchtdoelraket", meldt het Pentagon. "Dit toestel opereerde woensdag vlak voor middernacht in het internationale luchtruim boven de Straat van Hormuz."

De Iraanse revolutionaire garde zegt dat een 'spionagedrone' is neergeschoten boven de zuidelijke provincie Hormozgan. Het toestel zou volgens Iran zijn identificatietransponder hebben uitgeschakeld. "Dat is in strijd met luchtvaartregels, het toestel opereerde in het geheim."

Aanvallen op olietankers

Vorige week werden twee olietankers aangevallen bij de Straat van Hormuz, die de Perzische Golf met de Golf van Oman verbindt. De Verenigde Staten wezen Iran direct als schuldige aan, Teheran heeft betrokkenheid altijd ontkend.

De nauwe Straat van Hormuz, die langs de Iraanse kust loopt, is een belangrijke verkeersader voor olie en geldt daardoor als een van de strategisch significantste plekken ter wereld.