Nederland - De Nederlandsche Bank verwacht dat na jaren krappe arbeidsmarkt de loongroei eindelijk zal aantrekken. DNB gaat ervan uit dat de contractlonen in 2020 en 2021 zullen stijgen met respectievelijk 2,8 procent en 2,9 procent.
Na aftrek van een stijging van het prijspeil blijft een zogeheten reële loongroei over van ruim 1 procent voor de komende jaren, aldus de centrale bank in een dinsdag gepubliceerd rapport over de economische vooruitzichten.
De laatste jaren was er nauwelijks reële loongroei of was er zelfs sprake van een krimp.
De aantrekkende lonen vallen samen met een krimp van het aantal flexibele contracten. Voor het eerst in tien jaar tijd neemt het aantal flexbanen af. Het aantal vaste contracten blijft juist flink groeien.
De arbeidsmarkt blijft krap, volgens de centrale bank. Dit jaar daalt de werkloosheid naar verwachting van 3,8 procent in 2018 naar 3,3 procent. Ook in 2020 en 2021 blijft de werkloosheid op dit historisch lage niveau.
Stabiliserende economische groei
Tot verbazing van economen bleven de lonen de laatste jaren nog achter bij de aantrekkende arbeidsmarkt. Flexibilisering was een van de argumenten om deze achterblijvende loongroei te verklaren.
DNB meldt verder dat de economische groei de komende jaren zal stabiliseren rond 1,5 procent, de potentiële groei van de Nederlandse economie. Zo wordt voor dit jaar een groei van 1,6 voorspeld en daalt dit naar 1,5 procent en 1,4 procent in respectievelijk 2020 en 2021.
De centrale bank merkt wel op dat hierbij geen rekening wordt gehouden met een escalatie van problemen op internationaal vlak. Zo zijn er zorgen over de Italiaanse overheidsfinanciën, speelt het Britse vertrek uit de EU nog altijd en zijn er de handelstarieven die de Verenigde Staten invoert op exportgoederen.