Hongkong, Singapore en Parijs zijn de duurste steden om in te leven, meldt weekblad The Economist woensdag. Caracas, de hoofdstad van het noodlijdende Venezuela, staat op de laatste plek. Amsterdam staat in de middenmoot op plek 41.
Het is het zesde jaar op rij dat Singapore bovenaan de lijst staat. In voorgaande jaren stond de stadstaat soeverein bovenaan, maar dit jaar deelt de Zuid-Aziatische stad de hoogste plek met Parijs en Hongkong. Het is voor het eerst dat drie steden de eerste plek delen.
Volgens de auteur van het rapport wijst dit erop dat de duurste wereldsteden op elkaar gaan lijken. "Convergerende kosten in traditioneel dure steden … is een bewijs van globalisatie en vergelijkbare stijlen en winkelpatronen", aldus Roxana Slavcheva.
Hyperinflatie in Caracas
Caracas in Venezuela staat op de laatste plek door hyperinflatie in het Zuid-Amerikaanse land en de flink gedaalde Venezolaanse munt, de bolivar.
Het door oorlog verscheurde Damascus staat net een plek hoger. Ook in Karachi in Pakistan, het Indiase New Delhi en het Argentijnse Buenos Aires zijn de kosten van het levensonderhoud relatief laag.
Inwoners zijn niet automatisch goedkoper uit
The Economist vergeleek de kosten van 160 producten en diensten in 133 steden en vergeleek die met de kosten in New York.
Een daling in de ranglijst van het weekblad betekent niet automatisch dat inwoners van de betreffende steden ook goedkoper uit zijn. De onderzoekers rekenen de prijzen om naar Amerikaanse dollars en hierdoor lijken producten in een land met een flink in waarde gedaalde munt goedkoper.
Vaak hebben deze landen ook last van een hoge inflatie, een stijging van het prijspeil. Maar inwoners zelf profiteren vaak niet omdat de inkomens niet evenveel meestijgen. In Caracas en Damascus speelt nog eens mee dat een groot deel van de economie is ingestort en goederen en diensten soms niet eens beschikbaar zijn.