Opnieuw grote demonstraties tegen leiders van Balkanlanden

Duizenden demonstranten marcheerden zaterdag door de hoofdsteden van Servië en Montenegro om druk uit te oefenen op hun regeringen in de strijd tegen corruptie en voor meer vrijheid in de Balkanregio.

In de hoofdstad Podgorica van Montenegro namen enkele duizenden mensen deel aan een vierde weekend van protesten op rij. Ze eisen het vertrek van president Milo Djukanovic en zijn regering.

Dit vanwege beschuldigingen van corruptie, vriendjespolitiek en ambtsmisbruik. Djukanovic is al bijna drie decennia de dominante politicus in de kleinste voormalige Joegoslavische republiek.

De wekelijkse politieke protesten gingen ook door in Servië, Montenegro's grotere buurland en eveneens een voormalige Joegoslavische republiek.

Tienduizenden mensen gingen in het Servische Belgrado de straat op voor een dertiende protest tegen president Aleksandar Vucic en zijn regering.

Demonstranten Albanië wilden premier verdrijven

De protesten tegen regeringspartijen in de Balkanlanden zijn de laatste tijd geïntensiveerd. In Albanië hebben demonstranten getracht premier Edi Rama te verdrijven, ook voor vermeende corruptie. Dit leidde tot rellen en confrontaties met de politie.

In Bosnië en Herzegovina protesteerden activisten in de Bosnisch-Servische hoofdstad Banja Luka, en eisten een grondig onderzoek naar een spraakmakende moordzaak die de regering dreigt te destabiliseren.

Zowel Vucic als Djukanovic beloven om hun landen ergens volgend decennium naar de Europese Unie te brengen. Om dat te doen, moeten ze de corruptie aanpakken en de rechtsstaat verbeteren.

Verder moet Servië de banden met Kosovo normaliseren. Servië heeft de afscheiding van deze provincie in 2008 nooit geaccepteerd.