Venezolaanse interim-president: Humanitaire hulp komt op 23 februari

Juan Guaidó, de Venezolaanse interim-president, heeft dinsdag gezegd dat de humanitaire hulp op 23 februari het Zuid-Amerikaanse land binnenkomt.

In Venezuela heerst al maanden een economische crisis, waardoor veel inwoners honger lijden. Nadat inwoners wekenlang protesteerden, riep Guaidó zichzelf uit tot interim-president van het land. Volgens hem heeft de zittende president, Nicolás Maduro, geen vrije verkiezingen georganiseerd.

Venezolaanse militairen hebben woensdag met twee opleggers een belangrijke grensovergang tussen Colombia en Venezuela geblokkeerd. Daarmee wordt humanitaire hulp vooralsnog tegengehouden.

Maduro wil geen humanitaire hulp, maar eist opheffing van de maatregelen die tegen Venezuela zijn genomen. Volgens Maduro is hulp slechts een voorbode van buitenlands militair ingrijpen. De Amerikaanse president Donald Trump dreigde daar eerder mee.

Bij de Colombiaanse grensstad Cúcuta worden hulpgoederen verzameld bij een nieuwe verkeersbrug naar Venezuela, maar die is aan de Venezolaanse kant geblokkeerd. Het is niet duidelijk hoe Guaidó de hulpgoederen, onder meer geneesmiddelen en voedsel, het land in wil krijgen. Hij lijkt te hopen met de betogingen van dinsdag de druk op delen van de strijdkrachten op te voeren en ze over te halen toch te helpen.

De nood is enorm in het olierijke Zuid-Amerikaanse land. Jarenlang wanbeleid van Maduro en diens links-populistische voorganger Hugo Chávez (1954-2013) hebben het olierijke land hulpbehoevend gemaakt. Er heerst honger en het ontbreekt aan de meest essentiële zaken en daarom zijn minstens 2,3 miljoen mensen de afgelopen jaren het land uitgegaan. Het is de grootste migratiecrisis in Zuid-Amerika sinds heugenis.

Maduro zegt net te zijn herkozen en dat er over 6 jaar weer presidentsverkiezingen komen. Maar tientallen landen, inclusief de VS, Colombia, Brazilië, Duitsland, Spanje en Nederland erkennen sinds vorige maand Guiadó als interim-president. Maduro's gehate regime overleeft door de betrokkenheid van hoge militairen bij het verhandelen van de bodemschatten, bij gesjoemel met de officiële wisselkoers van het vrijwel waardeloze geld en bij internationale cocaïnesmokkel. De oppositie hoopt dat de lagere rangen in de strijdkrachten die ook onder tekorten lijden, Maduro's regime laten vallen.

De Venezolaanse minister van Buitenlandse Zaken Jorge Arreaza heeft in New York bij de VN-chef António Guterres beklemtoond dat ,,er geen humanitaire crisis in Venezuela is, maar enkel een economie die slachtoffer is van een blokkade''. Het was al zijn tweede bezoek aan Guterres in een maand tijd. Arreaza zei dat hij over hulp van VN-instanties aan de Venezolaanse economie heeft gesproken.