In Nieuwegein gevonden 6.000 jaar oude botten zijn van moeder en dochter

Nederland - De zesduizend jaar oude botjes die onlangs werden opgegraven in Nieuwegein zijn van een meisje. Tijdens het uitgraven van het skelet van een vrouw bleek de baby in haar arm te liggen.

Ook is uit DNA-onderzoek gebleken dat de vrouw de moeder van het kind is.

Onderzoekers van de Harvard Medical School in de Verenigde Staten en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) slaagden erin DNA uit de botjes te halen en de familieband aan te tonen.

Archeologen vonden de botfragmenten van de vrouw en het kind bij opgravingen bij bedrijventerrein Het Klooster. De vindplaats van de skeletten lag onder 2 meter klei en veen, waardoor de resten goed bewaard zijn gebleven. Het gebeurt niet vaak dat archeologen resten van baby's aantreffen, omdat kraakbeen doorgaans vergaat.

Volgens de onderzoekers is in Nederland nooit eerder zo'n oud babygraf ontdekt. De gemeente Nieuwegein spreekt van "de oudste baby van Nederland".

Kaak met melktandjes

Van de baby zijn onder meer de schedel, een pijpbeen en een kaak met melktandjes gevonden. De resten lagen onder de arm van de moeder die tussen de twintig en dertig jaar moet zijn geweest.

Het meisje is tussen de nul en zes maanden oud geworden en werd ontdekt tijdens het onderzoek naar vier skeletten die eerder werden aangetroffen op een bedrijventerrein.

Het gaat om resten van de Swifterbantcultuur, een volk dat van 5.300 tot 3.400 voor Christus bestond. Het is opmerkelijk dat de vrouw met een gebogen arm is begraven, omdat in deze cultuur een houding met gestrekte armen en benen gebruikelijk was bij een begraving.