Centrale banken hebben vorig jaar 651,1 ton goud aangekocht. Dat is 74 procent meer dan in 2017 en de grootste hoeveelheid sinds 1967, meldt brancheorganisatie World Gold Council (WGC) donderdag.
Tegen een prijs van 1.321 dollar per troy ounce gaat het om een bedrag van 27,7 miljard dollar.
Slechts een paar centrale banken zijn verantwoordelijk voor deze grote vraag. De Russische centrale bank wil van dollars af en kocht daarom voor 274,3 ton goud. Andere grote opkopers zijn de centrale banken van Turkije, Kazachstan, India, Irak, Polen en Hongarije.
Volgens WGC zijn deze instellingen vooral actief vanwege geopolitieke en economische onzekerheid.
Centrale banken verkochten in totaal 15 ton goud. De centrale banken van Australië, Duitsland, Sri Lanka, Indonesië en Oekraïne waren gezamenlijk goed voor deze verkopen.
In totaal werd er in 2018 voor 4.345 ton aan goud gekocht. Het grootste deel, ongeveer de helft, gaat naar makers van sieraden. Verder werd bijna een kwart gebruikt om gouden munten en staven van te maken.