Dierentuinen, nog altijd een succesvol verdienmodel?

Dierentuinen moeten hervormen, van aapjes kijken naar educatie en voorlichting. "De tijd van grote collecties dieren in kleine kooien is voorbij", zegt de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD). Heeft deze branche toekomst, en hoe ziet die eruit?

Elf miljoen mensen bezoeken jaarlijks de veertien grootste Nederlandse dierentuinen die zijn aangesloten bij de NVD. Dat aantal blijft de laatste jaren redelijk constant, maar van de grote dierencollecties wordt in rap tempo afscheid genomen, zegt Rob Huppertz van de NVD. Wie een dierentuin bezoekt, komt steeds vaker voor een ritje in de achtbaan, natuureducatie en ergens in de verte een exotisch dier.

Nederlandse dierentuinen houden geen leeuwen, olifanten of gorilla's in krappe kerkers meer. Dat kan ook niet, want de Nederlandse overheid stelt minimumeisen aan het welzijn van dieren in de dierentuin: "Dieren moeten de ruimte hebben om hun natuurlijke gedrag te kunnen vertonen, zoals graven, klimmen, zwemmen en nesten bouwen", aldus de Rijksoverheid.

Als het aan Huppertz ligt, komen bezoekers puur om te leren over natuurbehoud, biodiversiteit en milieubescherming, en niet meer om aapjes te kijken. "De hokken worden groter, we worden beter in het nabootsen van de natuurlijke omgeving van een dier. Dat betekent ook dat de bezoeker ze vaak niet eens ziet. Dieren kunnen zich beter verschuilen, ze slapen overdag en zijn goed gecamoufleerd."

Dierentuinen met een achtbaan

Dierenpark Emmen werd na jaren van verlies omgetoverd tot Wildlands Adventure Zoo, een park met achtbanen, minder dieren op een veel groter oppervlak, en meer educatief materiaal. Storm loopt het nog niet, het park leed vorig jaar verlies van 1,8 miljoen euro.

Huppertz: "Voor veel mensen zijn zulke dierentuinen toch een beetje vlees noch vis. Dan hebben wij als dierentuin niet genoeg ons best gedaan om uit te leggen dat op de foto gaan met een dier of het maken van olifantenritjes echt zijn langste tijd hebben gehad."

Nog een park dat noodgedwongen hervormde: het Dolfinarium. Het zeezoogdierenpark ligt onder een vergrootglas na een undercoveruitzending van het televisieprogramma RamBam waarin dolfijnen te zien waren in te kleine bassins. Het leidde tot een uitbreiding van het park met een waterpretpark en een meer educatieve benadering van de dolfijnenshows.

"Onze dolfijnen springen, dat is natuurlijk gedrag. Als er dan water opspat, is het entertainment. Het is een dunne lijn, maar door hoepels springen gebeurt niet meer," zegt een woordvoerder van het Dolfinarium. De shows zijn nu presentaties, waarin kinderen leren over roggen, zeeleeuwen en tuimelaars. "We zijn dit jaar eindelijk uit de rode cijfers en gaan voor een uitbreiding van het wildwaterpark."

Ook Artis pakt het anders aan: ondanks ruim 1 miljoen minder subsidie van de gemeente Amsterdam zijn er grote plannen. Geen vlees meer op het menu, minder dieren, meer educatie en niet meer roken in het park.

Wetenschap verandert kijk op dieren

De dierentuinen sluiten zou het beste zijn, vindt Marie-Jose Enders. Ze is professor antrozoölogie en bestudeert mens-dierrelaties. Maar de deuren sluiten kan niet zomaar, want dierentuinen beschikken over fokprogramma's waarmee ze bedreigde soorten in stand houden, die anders uit zouden sterven.

De functie van dierentuinen zal op termijn veranderen, denkt Enders.'"Er is een kentering gaande in dierentuinen, dankzij de publieke opinie en vooral wetenschappelijk onderzoek. Mensen beginnen zich te realiseren dat dieren op ons lijken en voelen daardoor meer empathie. Het gedrag van een gekooid dier herkennen we als het gedrag van een krankzinnig mens", legt de professor uit.

"93 procent van ons genetisch materiaal is hetzelfde als dat van dieren, en we zijn steeds beter in staat het leed van dieren te herkennen. Ze lopen op en neer, bijten op hun staart, kwijlen, gapen: allemaal signalen van stress."

'Dieren niet in hokje zetten om vacht te bekijken'

Dierentuinhouders zijn ongetwijfeld dierenliefhebbers, stelt Enders, maar denken alsnog dat zij het recht hebben de regie over het leven van een ander te voeren. Ze gruwelt van het incident met giraffe Marius een aantal jaar geleden in een Deense dierentuin.

Het dier werd afgeschoten vanwege inteelt, en daarna voor het oog van de bezoekers aan de leeuwen gevoerd. "Het is natuurlijk dat leeuwen giraffenvlees eten, maar dit is niet respectvol. Het dier is afgeschoten en daarna als een leuke show voor het publiek aan leeuwen gevoerd."

Virtual reality gebruiken om met dolfijnen te zwemmen, filmpjes kijken waarin leeuwen over de savanne rennen: zo leer je over dieren, maar belast je ze niet, aldus de professor.

Dierentuinen moeten blijven innoveren en investeren om interessant te blijven, zegt Huppertz. "Het is nu nog wat diffuus voor bezoekers, maar iedereen snapt inmiddels wel dat je een dier niet in een hokje zet om naar zijn mooie vacht te kijken. Het laten zien van dieren raakt op de achtergrond."