Politie mag met nieuw verdrag achtervolging voortzetten in België en Luxemburg

BELGIE- De politie mag een in Nederland begonnen achtervolging binnenkort altijd voortzetten in België en Luxemburg. Het wordt ook makkelijker voor agenten om over de grens een zaak te onderzoeken of een verdachte te verhoren.

Bij dat verhoor dient wel altijd een rechercheur van het 'gastland' aanwezig te zijn.

Het nieuwe Benelux-verdrag is maandagochtend in Brussel ondertekend door minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en zijn Belgische en Luxemburgse collega’s.

Het verdrag zorgt voor minder papierwerk en voorziet in rechtstreekse raadpleging van elkaars politieregisters. Ook informatie uit andere databanken, bijvoorbeeld met kentekenplaten, kan worden uitgewisseld zonder tijdrovende rechtshulpverzoeken.

Na inwerkingtreding hoeven bewapende beveiligers hun taken bij de grens niet meer over te dragen aan collega’s uit de andere landen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om begeleiding van een nucleair transport, een minister of een verdachte.

Crisissituaties

In crisissituaties mogen zwaarbewapende speciale eenheden in de toekomst optreden in de hele Benelux. Het huidige verdrag staat dat niet toe, maar dat vindt Grapperhaus ''niet meer van deze tijd".

Na parlementaire goedkeuring vervangt het nieuwe verdrag het huidige in 2004 gesloten Verdrag van Senningen. Dat geeft de politie nu al de mogelijkheid tot grensoverschrijdende achtervolgingen, maar bij de politie was er ''grote behoefte" om dat zonder beperking te mogen doen.

''Het kan toch niet zo zijn dat onze politieambtenaren des nachts onderweg zijn en dan met een zaklamp in een dik wetboek moeten nagaan of ze de bestuurder van een auto - die op dat moment achtervolgd wordt - inderdaad verdenken van een strafbaar feit dat aan de verdragsrechtelijke minimumeisen voldoet om te achtervolgen over de grens?", citeert Grapperhaus een Belgische onderhandelaar.