Voor het eerst sinds de NAVO Russische diplomaten wegstuurde vanwege de gasaanval op de voormalige dubbelspion Sergei Skripal in het Engelse Salisbury, hebben beide partijen weer politiek overleg gevoerd.
De zogeheten NAVO-Ruslandraad kwam donderdag op ambassadeursniveau bijeen in het NAVO-hoofdkwartier in Brussel. Het was volgens de westerse alliantie een ''open uitwisseling’’ over onderwerpen als Oekraïne, militaire activiteiten, transparantie en risicoreductie. Beide kanten hebben briefings gegeven over aankomende oefeningen.
Het politieke overleg werd na de Russische inlijving van de Krim in 2014 opgeschort, maar sinds ruim twee jaar zitten ze weer af en toe om tafel. Beide partijen willen de lijnen openhouden. Vorige maand zaten militaire toplui van beide kanten al samen in Bakoe.
Omdat Moskou niet naar tevredenheid reageerde op de aanval op Skripal stuurden vrijwel alle NAVO-landen, waaronder Nederland, in maart Russische diplomaten weg.
De NAVO besloot dat de permanente missie van Rusland bij de NAVO nog uit maximaal twintig mensen mag bestaan, tien minder dan voorheen. De accreditatie van zeven Russen werd ingetrokken en die van drie anderen geweigerd.
Skripal raakte in maart ernstig gewond bij de aanslag op zijn leven. Hierbij werd een vloeibare vorm van het in de voormalige Sovjet-Unie ontwikkelde zenuwgas novichok gebruikt. De toestand van de Rus was wekenlang kritiek. Pas halverwege mei mocht hij het ziekenhuis verlaten.
Het Verenigd Koninkrijk meent dat Rusland achter de aanval zit, maar volgens Moskou is dat niet het geval.