SYRIË- Onderzoekers van de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OPCW) bevestigen woensdag het gebruik van chloorgas in een aanval die in februari plaatsvond bij de Syrische plaats Saraqib. Het onderzoek is niet gericht op wie de aanval heeft uitgevoerd.
De conclusie wordt getrokken nadat sporen van chlorine op de locatie zijn aangetroffen. Ook getuigenverklaringen wijzen op het gebruik van het gifgas, laat de OPCW in een verklaring weten.
Volgens onbevestigde berichten waren meer dan tien mensen om het leven gekomen door de aanval. De Syrische regering ontkende betrokkenheid, maar worden onder meer door Washington verantwoordelijk gehouden. Ook Rusland, bondgenoot van president Assad, droeg volgens de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson verantwoordelijkheid.
Rebellen hebben in 2015 het regeringsleger uit Idlib verdreven, de regio waar Saraqib zich bevindt. Het regime probeert sinds vorig jaar de macht weer in handen te krijgen. Sindsdien hebben meerdere luchtaanvallen plaatsgevonden.
De Syrische regering is vaker beschuldigd van het gebruik van gifgas. De meest recente aanleiding hiervoor was de aanval op de Syrische stad Douma, waarbij tientallen doden vielen.
Het team van OPCW heeft vorige maand het onderzoek in Douma afgerond en de afgenomen monsters naar zijn laboratorium gestuurd. De resultaten moeten nog bekend worden gemaakt.
Overigens hebben de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk dit niet afgewacht. De drie landen voerden een vergeldingsaanval uit op enkele locaties in Syrië waar chemische wapens geproduceerd zouden worden.