Oliesector is het goudhaantje van 2018

Nu Donald Trump een streep heeft gezet door het atoomakkoord met Iran kunnen energieaandelen de outperformer van 2018 worden, zegt BlackRock.

Dat schrijft IEXProfs.nl. Het atoomakkoord met Iran was volgens de Amerikaanse president Donald Trump de slechtste deal ooit. Wat dat betreft kwam het opzeggen van de overeenkomst afgelopen dinsdag niet als grote verrassing.

Toch zorgde het in de politiek, het bedrijfsleven en op de beurs wel voor een onmiddelijke schrikreactie dankzij de verstrekkende gevolgen. Airbus en Boeing kregen van de VS bijvoorbeeld direct te horen dat zij hun opdrachten uit Iran beter kunnen schrappen.

Wat er met andere orders zal gebeuren is nog grotendeels onbekend, maar veel goeds zal het voor beleggers in ieder geval niet opleveren. Op een uitzondering na: de energiesector zou wel eens de grote profiteur kunnen worden.

Topperformer 2018

Volgens Richard Turnill, de chief investment officer van BlackRock, kunnen energieaandelen zelfs de topperformer worden van 2018. Dat heeft in de eerste plaats te maken met het feit dat door het opheffen van het Iraanse atoomakkoord de kans op geopolitieke conflicten in het Midden-Oosten groter zijn geworden.

En aangezien de meeste olie daar vandaan komt – niet in de laatste plaats uit Iran - is de kans groot dat de olieprijzen hoog zullen blijven. En hoge prijzen zijn goed voor alle energiebedrijven die buiten Iran actief zijn.

Vraag en aanbod

Een tweede factor die Turnill positief stemt over de olieaandelen betreft het vrij krappe olieaanbod bij een stijgende vraag. Voor oliebedrijven als RDS, BP en Exxon natuurlijk een heerlijk vooruitzicht omdat ze dan hoge winstmarges kunnen halen. Ook voor olie-exploratiebedrijven is het gunstig omdat de vraag naar hun diensten toeneemt.

Het gemiddelde oliebedrijf gaat volgens Turnill voor 2018 uit van een prijs van ongeveer 55 dollar per vat. Nu is dat 77 dollar, reken dus op bijstellingen van de winstverwachting naar boven, is zijn boodschap.

Niet in de grondstof olie

Turnhill raadt overigens aan alleen in bedrijven te beleggen en niet in de grondstof olie. De olieprijzen liggen namelijk al op een behoorlijk hoog niveau. Veel van de geopolitieke risico's zijn al in de prijs verwerkt.

De prijs voor een vat Noordzeeolie is bijvoorbeeld sinds februari - toen Trump voor het eerst liet doorschemeren van de Iran-deal af te willen - opgelopen van 63 dollar per vat naar 77 dollar.

Dat is een stijging van 22 procent. Olieaandelen zijn daarentegen veel minder gestegen en hebben volgens Turnill nog een inhaalrace voor de boeg.

Schaliegas

Risico's ziet Turnill vooral in een hogere Amerikaanse productie van schaliegas en schalieolie als reactie op de hogere prijzen. Dat zou een soort varkenscyclus in werking kunnen zetten die ongunstig is voor de lange termijn.

In 2018 zullen beleggers daar waarschijnlijk echter nog weinig van merken, omdat het opvoeren van de productie toch enige tijd in beslag neemt.