20 jaar cel voor Abdeslam na moordpogingen terroristisch motief Brussel

BRUSSEL-Salah Abdeslam is maandag door de rechtbank in Brussel veroordeeld tot twintig jaar cel vanwege meervoudige poging tot moord met terroristisch motief. De moordpogingen vonden plaats in Brussel in maart 2016, vier maanden na de aanslagen in Parijs waarvoor Abdeslam ook nog moet terechtstaan.

Abdeslam was maandag niet in de rechtszaal aanwezig. Tegen hem was eerder ook al twintig jaar cel geëist. Hij moet ook een schadevergoeding van 315.000 euro betalen aan een politieagent die zwaar gewond raakte en 142.000 aan de Belgische staat.

Abdeslam was in november 2015 vanuit Frankrijk gevlucht naar België. Abdeslam is de enige terrorist die de aanslagen in Parijs overleefde. Bij die aanslagen vielen 130 doden en Abdeslam zou een bomgordel moeten laten ontploffen in de buurt van het Stade de France. Dat plan mislukte doordat de gordel niet werkte.

Het is nog niet bekend wanneer Abdeslam terecht staat voor zijn aandeel in die aanslagen. Hij zit in een Franse cel in afwachting van dat proces.

Beschietingen

Toen politieagenten op 15 maart 2016 de woning in Vorst binnenvielen waar Abdeslam verbleef, werden ze beschoten. Drie agenten raakten gewond en de Algerijn Mohamed Belkaïd werd door de politie doodgeschoten. Abdeslam wist te vluchten.

Drie dagen na zijn ontsnapping werd Abdeslam alsnog opgepakt in het Brusselse Molenbeek. Weer vier dagen later werd Brussel getroffen door aanslagen, waarbij 32 doden vielen. De veiligheidsdiensten denken dat Abdeslam wist van deze aanslagen. Daarvoor heeft hij nog niet terecht gestaan.

Sofien Ayari

Samen met Abdeslam werd ook Sofien Ayari gearresteerd. De twee waren samen gevlucht uit de woning in Vorst. De rechtbank oordeelde maandag dat minstens een van hen de politie ook had beschoten. Ook Ayari is door de rechtbank schuldig bevonden aan een poging tot moord met terroristisch motief en heeft twintig jaar cel gekregen.

De advocaat van Abdeslam, Sven Mary, eiste in februari dat zijn cliënt werd vrijgesproken. Volgens Mary was het strafonderzoek onrechtmatig omdat taalwetgeving is overtreden. De beslissing om een onderzoeksrechter gespecialiseerd in terrorisme aan te stellen was in het Frans opgesteld en volgens de wet moest dat in het Nederlands gebeuren.