Wall Street begint de week met winst

De aandelenbeurzen in New York zijn maandag hoger gesloten. Van angst voor verdere escalatie van het conflict in Syrië leek geen sprake meer.

Beleggers richtten hun blik voornamelijk op kwartaalcijfers, zoals die van Bank of America. Verder stonden zorggerelateerde aandelen in de schijnwerpers.

De Dow-Jonesindex sloot 0,9 procent hoger op 24.573,04 punten. De breder samengestelde S&P 500 steeg 0,8 procent tot 2677,84 punten. Technologiebeurs Nasdaq ging 0,7 procent omhoog naar 7156,29 punten.

De vergeldingsactie van de Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië voor een vermeende gifgasaanval door de Syrische leider Assad mondde dit weekend niet uit een directe confrontatie met diens bondgenoot Rusland. De opluchting hierover was ook al te voelen op de beurzen in Europa.

Bank of America steeg 0,4 procent na publicatie van een recordwinst van 6,9 miljard dollar afgelopen kwartaal. Citigroup, JP Morgan Chase en Wells Fargo zagen hun overwegend goede kwartaalresultaten vrijdag niet vertaald worden in een koersstijging. Goldman Sachs en Morgan Stanley openen later deze week nog de boeken.

Amazon

Medicijnmakers en -verkopers stegen op berichten dat webwinkelgigant Amazon mogelijk toch niet zijn intrede in de farmacie gaat doen. Drogisterijketens Walgreens Boots en Rite Aid wonnen tot 3,8 procent. Farmaceut Merck werd daarnaast beloond voor de positieve gang van zaken met de ontwikkeling van kankermedicijn Keytruda en steeg 2,6 procent.

Enkele makers van optische componenten zakten flink op het bericht dat zowel de VS als het Verenigd Koninkrijk de Chinese smartphonemaker ZTE in de ban doen. Acacia Communications, Oclaro, Lumentum en Finisar verloren tot 36 procent.

WPP

Het Britse reclamebureau WPP, dat ook in New York een beursnotering heeft, zakte 6,5 procent. Topman Martin Sorrell treedt per direct af, nadat eerder een onderzoek naar hem werd geopend wegens misbruik en wangedrag. In Londen verloor WPP enkele procenten.

De euro was 1,2377 dollar waard, tegen 1,2368 dollar eerder op de dag bij het sluiten van de Europese beurzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 1,5 procent tot 66,37 dollar. Brentolie kostte 1,4 procent minder op 71,55 dollar per vat.