Nu het bestuurssysteem min of meer in hoofdlijnen in kaart is gebracht kunnen wij onderzoeken hoe het in de praktijk werkt. Van al de bestuursfuntionarissen kan gezegd worden, dat zij tot elkaar in een hiërarchische verhouding staan. In de Grondwet is ook regelmatig duidelijk vermeldt aan wie zij verantwoording verschuldigd zijn. Ook indien dat niet expliciet is aangegeven dan blijft het rechtsstaatbeginsel gelden als een artikel van het ongeschreven recht, dat ten allen tijde van toepassing is. De rechter zal dan ook expliciet moeten toetsen of de hiërarchische verhoudingen in acht zijn genomen en of de uitdrukkelijke bepalingen, die het verbod van de strijdigheid vastleggen, in acht zijn genomen bij het slaan van de (gewraakte) besluiten. Een voorbeeld van een dergelijke verbodsbepaling is artikel 55 van de Grondwet en luidt:”
De Nationale Assemblee is het hoogste orgaan van de Staat.”( Vertaling van SFrP:”...hoogste volksvertegenwoordigend orgaan..”) Het woord “hoogste” geeft aan dat er geen andere organen kunnen zijn die hoger in de hiërachie kunnen staan. De besluiten van het hoogste orgaan kunnen daarom ook niet – logischerwijze - overruled worden door besluiten van lagere organen. Artikel 172 bepaalt, dat De Nationale Assemblee de regelgevingsbesluiten van de Distriktsraad kan vernietigen – vóórdat zij in werking zijn getreden dwz. preventief - als zij in strijd zijn met de Grondwet (de hoogste wet van de Republiek), het regeerprogramma of de geldende wetten(regelgevings-besluiten van De Nationale Assemblee). Voor de bestuurs-besluiten (besluiten van een bestuursorgaan) geldt een soortgelijk verbod. Artikel 173 bepaalt:.... zij mogen niet achteraf dwz. nadat zij reeds in werking zijn getreden, dwz. repressief...” in strijd zijn met het regeerprogramma of het nationaal belang.”
Indien de strijdigheid wordt vastgesteld, dan volgt daarop schorsing door de President (het hoogste bestuursorgaan) en in beroep handhaving of vernietiging van het besluit door De Nationale Assemblee (N.B. De Nationale Assemblee in de rol van bestuursrecht-sprekend orgaan). Met het oogmerk om dit systeem efficient en effektief te laten funktioneren hebben de coördinatoren, tezamen de overheid genoemd werkarmen nodig om de gehele samenleving te bestrijken en vorm en inhoud te geven aan het adagium, dat een ieder het zijne, hetgene, waarop hij rechtens aanspraak maakt, moet kunnen ontvangen van de overheid ( ius suum cuique tribuere). Die werkarmen worden gevormd door een groep burgers, die op basis van een eenzijdig besluit van de overheid, dwz. zonder wederzijds overleg – in dienst van deze overheid worden genomen, aangesteld worden in een bepaalde rang, waaraan een bepaalde beloningsschaal is gekoppeld . Zij worden in dienst genomen voor onbepaalde tijd. Tenslotte wordt van hen verwacht, dat zij in een hiërarchische verhouding zullen funktioneren, dwz, dat zij als hiërarchisch ondergeschikten de hun opgedragen werkzaamheden zullen verrichten. Zij kunnen en mogen niet zelfstandig naar buiten toe opereren en de overheid juridisch binden, omdat andere funktionarissen (politiek) verantwoordelijk zijn. Deze groep burgers worden de ambtenaren genoemd. Voor deze ambtenaren geldt het ambtenarenrecht en bij geschillen met de overheid moeten zij zich tot een speciaal voor hen aangestelde rechter wenden, de ambtenarenrechter. Het Hof van Justitie, de hoogste rechter in Suriname, heeft die taak bij wet opgelegd gekregen.
Naast deze groep zijn er andere burgers, die op basis van een burgerrechtelijke overeenkomst, op basis van wederzijds overleg in dienst worden genomen voor een bepaalde vóóraf overeengekomen periode. Van hen wordt verwacht, dat zij in opdracht van overheid, als hiërarchisch ondergeschikten, dezelfde werkzaamheden verrichten als de ambtenaren. Zij staan te boek als de arbeidskontraktanten. Beide groepen zijn in de wet, de ambtenarenwet van 1962, genoemd als de groep van de landsdienaren.
Paramaribo, Juni 2017, Mr. S.Fr.Polanen.