Noord-Syrische stad Afrin al een week zonder water na opmars Turkije

SYRIË - De Noord-Syrische stad Afrin zit al een week zonder water nadat het Turkse leger de controle heeft gekregen over een belangrijke dam in de regio. Inwoners van de stad drinken al een week ongefilterd water.

Dat meldt de afdeling Humanitaire Hulp van de Verenigde Naties woensdag. Wat dit betekent voor de bevolking van Afrin is niet bekendgemaakt. Volgens de VN zijn er duizenden mensen op de vlucht geslagen door de gevechten.

De medewerkers van de dam kunnen sinds de Turken de controle hebben overgenomen niet meer naar hun werk. Volgens de VN drinken de inwoners van Afrin al een week ongefilterd water, waardoor ze veel risico lopen om een ziekte te krijgen.

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan zegt dat zijn leger een doorgang heeft gemaakt waardoor alle burgersde stad kunnen verlaten.

Het Turkse leger is sinds 20 januari bezig aan een offensief in de regio Afrin en heeft sinds dinsdag de stad Afrin omsingeld. Erdogan zei dat hij denkt woensdagavond de volledige stad in handen te hebben. Dat werd later afgezwakt naar dat de stad woensdag volledig wordt omcirkeld.