De Regering
Artikel 116 1. De President vormt met de Vice-President en de Raad van Ministers de Regering. De Vice-President is belast met de dagelijkse leiding van de Raad van Ministers en is als zodanig verantwoording verschuldigd aan de President.
2. De Regering is verantwoording verschuldigd aan De Nationale Assemblee.
Artikel 117
Door de Regering worden staatsbesluiten vastgesteld. Bepalingen door straffen te handhaven, worden in die staatsbesluiten niet gemaakt, dan krachtens de wet. De wet regelt de op te leggen straffen.
Artikel 118
De wijze van afkondiging van wetten en staatsbesluiten en het tijdstip waarop zij aanvangen verbindend te zijn, worden door de wet geregeld.
DERDE AFDELING
De Raad van Ministers
Artikel 119
1. De Raad van Ministers is het hoogste uitvoerende en administratieve orgaan van de Regering.
2. De Ministers vormen tezamen de Raad van Ministers, welke wordt voor gezeten door de Vice-President.
3. De Raad van Ministers heeft tenminste één vice-voorzitter.
Taken van de Raad van Ministers
a. het voeren van het door de Regering vastgestelde beleid;
b. het voor bereiden van producten van wetgeving en bestuur;
d. het voorbereiden en uitvoeren van een slagvaardig beleid;
e. het leiding geven aan beleidsorganen een de supervisie van de administratieve functies van de plaatselijke organen door middel van de betreffende ministeries. Taken van de leden van de Raad van Ministers Artikel 123[2] 1. De leden van de Raad van Ministers zijn belast met de leiding van hun respectieve ministeries en voorts met de taken hun bij het Reglement van Orde voor de Raad van Ministers en andere regelingen opgedragen.
2. De Ministers zijn verantwoording verschuldigd aan de President.
DE POLITIEKE VERANTWOORDELIJKHEID/ HET PARLEMENTAIR OF KABINET-STELSEL HOOFDSTUK IX
Beginselen van de democratische staatsordening
Artikel 52[3] 1. De politieke macht berust bij het volk en wordt uitgeoefend in overeenstemming met de Grondwet.
De Wetgever, de Regering en de overige overheidsorganen nemen de bepalingen van de Grondwet in acht.
Uitoefening van de wetgevende macht
Artikel 80[4] 1. Alle ontwerpen van wet door De Nationale Assemblee goedgekeurd en door de President bekrachtigd, verkrijgen kracht van wet na afkondiging.
2. De wetten zijn onschendbaar, behoudens het bepaalde in de artikelen 106, 137 en 144 lid 2.
De Regering als deel van het complex-orgaan de wetgevende macht.
2. De Regering is verantwoording verschuldigd aan De Nationale Assemblee. Artikel 123[5] 2. De Ministers zijn verantwoording verschuldigd aan de President.
Artikel 117 Door de Regering worden staatsbesluiten (nadere wetgeving) vastgesteld. Bepalingen door straffen te handhaven, worden in die staatsbesluiten niet gemaakt, dan krachtens de wet. De wet regelt de op te leggen straffen.
Artikel 118
De wijze van afkondiging van wetten en staatsbesluiten en het tijdstip waarop zij aanvangen verbindend te zijn, worden door de wet geregeld.
DERDE AFDELING
De Raad van Ministers, deel van het complex-orgaan de Regering.
Artikel 119
1. De Raad van Ministers is het hoogste uitvoerende en administratieve orgaan van de Regering.
2. De Ministers vormen tezamen de Raad van Ministers, welke wordt voor gezeten door de Vice-President. De Vice-President is belast met de dagelijkse leiding van de Raad van Ministers en is als zodanig verantwoording verschuldigd aan de President.
3. De Raad van Ministers heeft tenminste één vice-voorzitter.
Taken van de Raad van Ministers Artikel 122[6] Onverminderd hetgeen in het Reglement van Orde voor de Raad van Ministers is bepaald, heeft de Raad van Ministers tot taak:
a. het voeren van het door de Regering vastgestelde beleid;
b. het voor bereiden van producten van wetgeving en bestuur;
d. het voorbereiden en uitvoeren van een slagvaardig beleid;
e. het leiding geven aan beleidsorganen een de supervisie van de administratieve functies van de plaatselijke organen door middel van de betreffende ministeries. De Nationale Assemblee als deel van als deel van het complex-orgaan de wetgevende macht. Artikel 71[7] 1. De Nationale Assemblee is bevoegd te beslissen over alle wetsontwerpen, die aan haar ter goedkeuring worden voorgelegd. Artikel 76
Artikel 80[8] 1. Alle ontwerpen van wet door De Nationale Assemblee goedgekeurd en door de President bekrachtigd, verkrijgen kracht van wet na afkondiging. 2. De wetten zijn onschendbaar, behoudens het bepaalde in de artikelen 106, 137 en 144 lid 2.
Het instituut de President in het executief-presidentieel stelsel van de Republiek Suriname.
2. Hij is verantwoording verschuldigd aan De Nationale Assemblee.
De uitvoerende Macht / het bestuur berust bij de President.
De President voert het opperbevel /oppergezag der strijdkrachten.
De President heeft de leiding over de buitenlandse politiek en bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. Artikel 110[9] De President is voorts bevoegd tot:
b. het leiding geven aan de voorbereiding van het regeerprogramma;
c. het leiding geven aan de activiteiten van de Staatsraad;
d. het desgewenst bijeenroepen en leiden van de vergaderingen van de Raad van Ministers;
e. het benoemen en ontslaan van Ministers;
f. het bekrachtigen van de goedgekeurde wetsontwerpen en ontwerp-staatsbesluiten;
g. het schorsen van besluiten van de Raad van Ministers en van Ministers;
De verkiezing van de President van de Republiek Het Kiescollege. Artikel 74[10]
De Nationale Assemblee heeft de volgende uitvoerende (bestuurs-)taken: a. het kiezen en het besluit tot tussentijds doen aftreden van de President en de Vice-President; Artikel 83[1]
3. Een meerderheid van tenminste 2/3(tweederde) deel van het grondwettelijk aantal leden van De Nationale Assemblee is vereist voor het nemen van een besluit inzake:
c. het kiezen van de President;
d. het kiezen van de Vice-President;
HOOFDSTUK XXVI
Verenigde Volksvergadering in zijn hoedanigheid van uitgebreid Kiescollege
Artikel 181[11]
2. Deze Volksvergadering komt bijeen voor de derde stemming:
b. bij de verkiezing van de President en de Vice-President, indien geen der kandidaten na twee stemmingen in De Nationale Assemblee de grondwettelijke meerderheid heeft behaald.
c. bij het nemen van een besluit bij wet met gewone meerderheid van stemmen over al dan niet aftreden van de President, indien De Nationale Assemblee hiertoe niet tot overeenstemming geraakt.
3. Besluiten in de Verenigde Volksvergadering worden genomen met gewone meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen, indien meer dan de helft van het totaal aantal in functie zijnde leden van de in lid 1 genoemde organen tegenwoordig is.
Artikel 181[12] 1. Verenigde Volksvergadering bestaat uit:
- de Ressortraden. De verkiesbaarheidsvereisten President. Artikel 92
1. Om tot President of Vice-President te kunnen worden gekozen moet een kandidaat:
- de Surinaamse nationaliteit bezitten;
- de leeftijd van dertig jaren hebben bereikt;
- niet uitgesloten zijn van het passief en het actief kierecht;
- geen handelingen hebben verricht strijdig met de Grondwet.
“Ik zweer (verklaar), dat ik middellijk noch onmiddellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook, in verband met mijn verkiezing tot President van de Republiek Suriname aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd noch zal geven of beloven.
Ik zweer (beloof), dat ik, om iets hoegenaamd in dit ambt te doen of te laten, van niemand hoegenaamd enige belofte of geschenken zal aannemen, middellijk of onmiddellijk.
Ik zweer (beloof), dat ik bij de vervulling van het Presidentieel (Vice-Presidentieel) ambt, de belangen van land en volk met al mijn vermogen zal voorstaan, waarnemen en bevorderen.
Ik zweer (beloof), dat ik de onafhankelijkheid en het grondgebied van de Republiek Suriname naar mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dat ik de algemene en bijzondere vrijheid en de rechten van allen zal beschermen en tot de instandhouding en de bevordering van de algemene en bijzondere welvaart alle middelen zal aanwenden, welke de wetten en de omstandigheden te mijner beschikking stellen, gelijk een goed en getrouw President (Vice-President) verschuldigd is.
Ik zweer (beloof) gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan alle andere wettelijke regelingen.
Ik zweer (beloof ) trouw aan de Republiek Suriname. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig (Dat verklaar en beloof ik)”.
Incompatibilité
Artikel 97[15] 1. De President mag niet in de betrekking van huwelijk of van bloedverwantschap of aanverwantschap tot de tweede graad ingesloten staan tot de Vice-President, de ministers, de onderministers, de leden van de Staatsraad en de voorzitter, onder-voorzitter en leden van het orgaan dat belast is met het toezicht en de controle op de besteding van staatsfinanciën. 2. Hij die na zijn verkiezing in de verboden graad van aanverwantschap geraakt, behoudt zijn ambt niet dan na bij de wet verleend verlof.
a. indien de President buiten staat is verklaard (door wie sfp ?) zijn bevoegdheden uit te oefenen;
b. indien de President de uitoefening van zijn bevoegdheden tijdelijk heeft neergelegd;
c. zolang de President ontbreekt of afwezig is;
De regeling getroffen in artikel artikel 74[16]:”De Nationale Assemblee heeft de volgende uitvoerende taken: a. het kiezen en het besluit tot tussentijds doen aftreden van de President en de Vice-President;”(l.c.) in samenhang met artikel 181 lid 2 sub c :”
2. Deze Volksvergadering komt bijeen voor de derde stemming:
c. bij het nemen van een besluit bij wet met gewone meerderheid van stemmen over al dan niet aftreden van de President, indien De Nationale Assemblee hiertoe niet tot overeenstemming geraakt.
3. Besluiten in de Verenigde Volksvergadering worden genomen met gewone meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen, indien meer dan de helft van het totaal aantal in functie zijnde leden van de in lid 1 genoemde organen tegenwoordig is.”..... bevat geen uitvoeringsregeling noch een toelichting terzake ondanks het feit, dat de voorgeschreven procedure geacht moet worden te zijn een zeer zwaarwichtige procedure. Ook het ongeschreven recht noch de politiek geven uitsluitsel!. Paramaribo, April 2017 Mr. S.Fr.Polanen
[1] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[2] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[3] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[4] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[5] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[6] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[7] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[8] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[9] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[10] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[11] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[12] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[13] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[14] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[15] Gew. bij S.B. 1992 no. 38
[16] Gew. bij S.B. 1992 no. 38