In deze aflevering wil ik terugkomen op de vragen, waarmee ik de vorige aflevering heb afgesloten en met U nagaan hoe deze met onderbouwing te beantwoorden. Het antwoord zal niet altijd in de Grondwet te vinden en te lezen zijn. Daarom zullen wij gebruik maken van extra-constitutionele argumenten en artikelen. Onder extra-constitutionele argumenten en artikelen moeten worden verstaan artikelen en argumenten, die niet rechtstreeks uit de Grondwet te puren zijn, maar bij het gebruik maken ervan en het toepassen indirekt kunnen leiden tot of teweeg kunnen brengen constitutionele rechtsgevolgen. De Kiesregeling bijvoorbeeld geeft bepaalde bevoegdheden aan de zittende President m.b.t. de verkiezingen. Artikelen 85 en 86 Kiesregeling bepalen, dat het de President is die de datum van de dag van de kandidaatstelling vaststelt. Van die vaststelling wordt vervolgens de datum van de dag der stemming afgeleid en vastgesteld. Deze artikelen zijn bedoeld om uitvoering te geven aan artikel 52 lid 2 van de Grondwet, dat bepaalt, dat: “De politieke demokratie schept voorts de voorwaarden voor deelname van het volk aan algemene, vrije en geheime verkiezingen ter samenstelling van de volksvertegenwoordigende organen en van de regering.” Anders dan de Prime-minister van de anglophone Caraibische landen, de politieke leider in die landen, bepaalt in Suriname het Staatshoofd, de zittende President de datum, waarop de verkiezingen zullen plaatsvinden. Op verschillende momenten tijdens het proces naar de verkiezingen toe wordt de President betrokken en wel als beroepsorgaan. Wanneer de verschillende politieke partijen het niet eens zijn met bijvoorbeeld de beslissingen van het het Hoofdstembureau dan geeft de Kiesregeling de mogelijkheid om het geschil in beroep aan de President voor te leggen. Gezien tegen de achtergrond van het feit, dat de President veelal ook voorzitter is van zijn politieke partij moeten we aannemen, dat het de President in zijn hoedanigheid van Staatshoofd is die wordt aangesproken. In dat kader is bij de laatste verkiezing een juridisch adviesorgaan aan de President toegevoegd, dat hem in deze gevallen dien te adviseren. Een verstandige President zal zo een kommissie een luisterend oor bieden. Deze categorie van beslissingen van de President zullen een grote invloed kunnen uitoefenen op het hele verloop van de verkiezingen en dus de uitvoering van artikel 52 lid 2 Grondwet. Na de verkiezingen is het de zittende President, in zijn hoedanigheid van Staatshoofd, die de fungerende voorzitter van De Nationale Assemblee beëdigt. Deze beëdiging leidt tot constitutionele konsekwenties, zoals in de vorige aflevering aangegeven, waarvan een der belangrijke, de verkiezing van de nieuwe President en de vice-President binnen de door de Grondwet vastgestelde termijn van vijf (5) jaar van de zittende President. De volgende stap in de extra-constitutionele ontwikkeling is het proces van de “kabinetsformatie” (zie artikel 52 lid 2). Gezien de extra-constitutionele gevolgen zou ik er voor willen pleiten, dat de leiding van dit proces zou worden toegekend, geattribueerd aan de zittende President in zijn hoedanigheid van Staatshoofd. Hij behoort boven partijen te staan, gezag uit te oefenen en respekt af te dwingen. Bovendien bezit hij een funktie die zijn grondslag rechtstreeks vindt in de Grondwet.
Behoren alle politieke partijen te worden betrokken in dit proces, ongeacht hun aandeel in de verkiezingswinst? De wet op de politieke organisaties schrijft voor, dat alle geregistreerde politieke organisaties, die vertegenwoordigd zijn in De Nationale Assemblee dienen te worden gehoord. Hoe moet dit voorschrift worden geïnterpreteerd? Worden hierdoor de partijen, die geregistreerd zijn in het register van het Onafhankelijk Kiesbureau sec of de partijen, die zijn geregistreerd en hebben deelgenomen aan de verkiezingen uitgesloten? Of gaat het alleen om die partijen, die zetelwinst hebben behaald? Kunnen er nog andere voorwaarden worden gesteld, zoals het inbouwen van een kiesdrempel, zonder dat er afbreuk wordt gedaan aan de optimale vertaling van de “stem” van het volk bij de demokratische verdeling van de regeermacht? De bedoeling van de “kabinetsformatie” is om te komen tot een regeerakkoord op basis waarvan de accorderende partijen zich bereid verklaren voor de komende vijf (5) jaren samen beleid te maken onder leiding van de door hen gekozen kandidaat President en vice-President en op basis van een comfortabele meerderheid in De Nationale Assemblee. Na het accoord kunnen partijen overgaan tot de verdeling van de posten en de invulling van de bemensing. Het regeeraccoord moet worden gekenmerkt als een politiek accoord, hetgeen betekent, dat niet naleving politieke konsekwenties met zich zal meebrengen.
Paramaribo, April 2017 Mr. S.Fr.Polanen