Het Rechtsgeschil deel 2

Ter completering van de lijst van rechterlijke ambtenaren zou ik nog de volgende funktionarissen aan de lijst willen toevoegen.

1. Het Hof van Justitie van Suriname heeft in de grondwet de positie verkregen van “ de hoogste instantie”. (artikel 139 Grw. 1987). :”Het Hof houdt toezicht op de geregelde afdoening van alle rechtsgedingen.” 

2. “Politieke ambtsdragers staan wegens misdrijven, in die betrekking gepleegd, ook na hun aftreden terecht voor het Hof van Justitie.” (artikel 140 Grw. 1987)( forum privilegiatum). Indien het gaat om het begaan van strafbare feiten door gewone burgers dan is de gewone rechter bevoegd. 

3. “ In eerste en hoogste instantie is het Hof van Justitie bevoegd, indien het gaat om rechtsgeschillen die de rechtspositie van de ambtenaren raken en niet de gewone rechter. De gewone rechter komt in beeld indien het gaat om arbeidskontraktanten, degenen die op basis van een overeenkomst volgens het burgerrechtelijk recht in dienst van de overheid zijn genomen.Het Constitutioneel Hof tenslotte is een apart instituut, dat niet onder het toezicht van het Hof van Justitie van Suriname valt. 

Artikel 80 van de Grondwet verklaart uitdrukkelijk, dat de “wetten onschendbaar zijn”. Op deze regel zijn er drie uitzonderingen t.w.
a. artikel 106 :” ..de wet is in strijd met een ieder verbindende bepalingen uit een overeenkomst met een andere mogendheid(-heden) ,een verdrag, of een overeenkomst met een internationale organisatie, waarvan Suriname partij is.”(artikel 106 jo. 103,105 Grw. 1987).
b. Artikel 137, de zgn. Gevalstoetsing:..” voorzover de rechter in een concreet aan hem voorgelegd geval toepassing van een bepaling van een wet (n.b. en dus niet van de hele wet) strijdig oordeelt met één of meer der in Hoofdstuk V genoemde grondrechten, verklaart hij die toepassing voor dat (specifieke) geval ongeoorloofd.”
c. Artikel 144 de (explicite) bevoegdheden van het Constitutioneel Hof:“
1. Het toetsen van de inhoud van wetten of gedeelten daarvan aan aan de Grondwet en aan van toepassing zijnde overeenkomsten met andere mogendheden en met volkenrechtelijke organisaties;
2. het beoordelen van de verenigbaarheid van besluiten van overheidsorganen met één of meer der in Hoofdstuk V genoemde grondrechten.” (artikel 144 Grw. 1987)Voor het geval dat het Constitutioneel Hof strijdigheid konstateert verklaart - niet het Constitutioneel Hof – maar de Grondwet (dat).....a. de wet of een gedeelte daarvan (zie c. sub 1 boven)b. de besluiten van de overheidsorganen (zie sub 2 boven) onverbindend (...zijn) !! (135 lid 3 Grw. 1987....”worden geacht onverbindend te zijn.”)

Basis: het civiele recht, burgerrechtelijk of publiekrechtelijk. Welke rechter is bevoegd of welke andere macht is bevoegd. Zie Staatsregeling 1975 artt. 91, 94 en 96. Grw. 1987 artt. 134 lid 1 en 135, 137 (grondrechten schending)