Het rechtsgeschil

Ik breng U in herinnering het zinnebeeld van vrouwe Justitia, dat ik heb gekoppeld aan de Rechter. Blinddoek, weegschaal en zwaard zijn haar attributen om er voor te zorgen, dat wij kunnen rekenen op rechtvaardigheid in onze samenleving, rechtvaardigheid voor iedere burger, zonder uitzondering. In Indonesie heeft men het symbool van de Lady en de Banyantree gekozen. De Banyantree is een schaduwrijke boom. Partijen, die een konflikt hebben trekken zich terug onder deze boom onder (be-)geleiding van een derde onafhankelijke partij en gaan net zo lang in dialoog tot zij bij consensus een oplossing hebben gevonden voor hun probleem. Waren het niet de oude Romeinen die als richtsnoer bij het hanteren van het recht, de ars aequi, de zinspreuk hebben vastgelegd die luidt: “ius suum cuique tribuere”. Vertaald betekent dit: geef aan een ieder het geen hem of haar toekomt of waarop hij of zij aanspraak maakt met het oogmerk om de rechtvaardige verhoudingen te herstellen! Dit kan in sommige gevallen betekenen, dat de een iets meer krijgt dan de ander, de breedste schouders zullen de zwaarste lasten moeten dragen in naam van de rechtvaardigheid! Keren we nu terug naar ons uitgangspunt het rechtsgeschil:“Onder rechtsgeschillen moet worden verstaan : “ de controversein een procedure omtrent de interpretatie van een toepasselijke rechtsregel. “(Fockema Andreae’s Juridisch woordenboek)”. De wetenschap en de ervaring hebben hieraan de volgende zaken toegevoegd. Onder het begrip “recht” moet onderscheid worden gemaakt tussen burgerlijk recht, het territoir van het recht waar de burgers onderling de partijen zijnen publiek recht, het gebied van het recht waarbij éénvan de partijen een overheidsorgaan is. Er zijn dus burgerrechtelijke geschillen en publiekrechtelijke geschillen. Aan de hand van de onderscheiding wordt de bevoegdheid bepaald van de Rechter. Artikel 134 van de Grondwet bepaalt, dat ....”Dekennisneming van de berechting omtrent alle rechtsgeschillen, tenzij de wet een andere rechteraanwijst, is opgedragen aan de Rechterlijke Macht (de gewone rechter)”. Artikel 135 van de Grondwet bepaalt, dat ...”de wet de beslissing van rechtsgeschillen - niet uit burgerrechtelijke betrekkingen ontstaan - aan administratieve (bestuursrechtelijke) rechters kan opdragen of administratief (bestuursrechtelijk) beroep kan openstellen”.Binnen het orgaan de Rechter (Rechterlijke macht) kunnen nog de volgende onderscheidingen worden gemaakt.1. Leden van de Rechterlijke macht - met of zonder - de rechtspraak belast.2. De leden van de Recherlijke macht met de strafrechtspraak belast. 3. De kantonrechter.4. De Rechter- kommissaris.5. De kort-geding rechter.6. De rechter belast met het tuchtrecht van advocaten, notarissen en medici. Wanneer hetbestuursrechtelijke geschillen betreft kunnen de volgende onderscheidingen worden aangebracht.1. De bij wet benoemde bestuursrechtelijke rechter en2. Het hogere bestuursorgaan dan het orgaan, dat de gewraakte beslissing heeft genomen. Dit orgaan heeft de speciale bevoegdheid om een andere beslissing in de plaats van de gewraakte beslissing te plaatsen en de gewraakte beslissing te vernietigen.Tenslotte nog een bijzondere aantekening bij de funktie van de kort- geding rechter. De hulp van deze rechter kan alleen worden ingeroepen als aan twee voorwaarden is voldaan. 1. Er moet een spoedeisend karakter zijn, dat een onmiddelijke en voorlopige voorziening vraagt en 2. De eiser moet kunnen aantonen, dat hij eenvoldoende belang heeft.Voor degene, die meer wil lezen over de werkwijze van de kort-geding rechter verwijs ik U naar de interessante opsomming van uitspraken in de master thesis van de oud-student mr. P van Dun getiteld “EEN ONDERZOEK NAAR DE PRAKTISCHE WERKING VAN DE TERUGROEPING VOLKSVERTEGENWOORDIGERS.” (Fakulteit Juridische wetenschappen Anton de Kom Universiteit)Ik wens U veel leesplezier toe.

Paramaribo, Januari 2018,

Mr. S.Fr.Polanen