Ons Staatsbestel - Aflevering 8

Kopiëren betekent het leggen van een document op het fototoestel, de glazen plaat van de photocopier en het uitgeprint krijgen van datzelfde document copy conform met alle puntjes, punten, komma’s, krasjes en vlekken.

Recipiëren betekent in eerste instantie kopiëren, maar daarna het uitvoerig bestuderen van het document, het evalueren en bestuderen en daarna het kritisch nagaan wat uit de tekst kan worden geschrapt als niet bruikbaar voor gebruik en toepassing in de praktijk en wat geschikt en toepasselijk moet worden gemaakt met nieuwe actuele informatie van de gebruiker.

De nieuwe omstandigheden van de gebruiker moeten de voorrang krijgen en prevaleren.
Twee voorbeelden uit het verleden kunnen worden gebruikt om het recipiëren duidelijk te maken. Het zijn de priesters uit de Rooms-Katholieke kerk geweest die in de Middeleeuwen er werk van hebben gemaakt om in de “gekerstende” landen van West-Europa het Romeinse recht op schrift te zetten. De term “dat is monnikenwerk” is uit die tijd afkomstig. Niet alleen werd het recht gekopieerd, maar het werd ook aangepast en toepasbaar gemaakt voor de mensen op wie het van toepassing zou moeten zijn. Op die manier gingen kerstening en onder het gezag van het romeinse recht brengen hand in hand. Het gevolg van deze ontwikkeling was het ontstaan van het Heilige Roomse Rijk onder de geestelijke leiding van de Paus in Rome en het ontstaan van staatkundige entiteiten onder leiding van christelijke “staatshoofden”, die het oppergezag van de Paus erkenden. Het tweede voorbeeld betreft de kopiering van het “heidense” Germaanse vuurfeest, het Julefest, waarbij de terugkeer van de zon na de winter werd herdacht de zgn. zonnewende. Dit feest werd herdacht met het aansteken van brandstapels, het drinken van bier en het vieren van uitgebreide feesten ter ere van de zon, het Julefest. Dit feest is door de katholieke priesters omgedoopt in het Kerstfeest op 25 December en geaccepteerd door de gekerstende Germanen en daarna door de hele wereld.

Bij de beoordeling van de moderne of sociale grondrechten geldt ook de keuze mogelijkheid van kopiëren of recipiëren. Om de beoordeling te vergemakkelijken hebben wij een grondrechtencatalogus opgesteld voor de rechten, die in de Surinaamse nationale wetgeving zijn opgenomen. Als achtergrondinformatie is opgenomen een deel van de toespraak van president Franklin D.Roosevelt, de beroemde Four Freedoms speech uit 1941. The speech delivered by President Roosevelt incorporated the following text, known as the "Four Freedoms":

"In the future days, which we seek to make secure, we look forward to a world founded upon four essential human freedoms.

The first is freedom of speech and expression—everywhere in the world.

The second is freedom of every person to worship God in his own way—everywhere in the world.

The third is freedom from want—which, translated into world terms, means economic understandings which will secure to every nation a healthy peacetime life for its inhabitants—everywhere in the world.

The fourth is freedom from fear—which, translated into world terms, means a world-wide reduction of armaments to such a point and in such a thorough fashion that no nation will be in a position to commit an act of physical aggression against any neighbor—anywhere in the world. That is no vision of a distant millennium. It is a definite basis for a kind of world attainable in our own time and generation. That kind of world is the very antithesis of the so-called new order of tyranny which the dictators seek to create with the crash of a bomb."—Franklin D. Roosevelt, excerpted from the State of the Union Address to the Congress, January 6, 1941.


Terug naar de kern van de grondrechten. Luidt de openingszin van de klassieke grondrechten:” Een ieder heeft het recht op........”, de sociale of moderne grondrechten openen alsvolgt: “Het is de zorg van de Staat om....”; ”Het is de plicht van de Staat om ...” ; “De Staat erkent en waarborgt.........”. De Staat wordt hiermee verondersteld een aktieve en geen lijdende rol te vervullen. De definitie van de verzorgingsstaat benadrukt het nog sterker :”...een gemengde economie, waarin de overheid een substantiële invloed uitoefent op de welvaartsverdeling door belastingen en uitkeringen en door het stelsel van sociale zekerheid. Ook door publieke voorzieningen, zoals gesubsideerd onderwijs, openbaar vervoer en gesubsidieerde kunsten, wil de overheid de welvaart onder de burgers spreiden en vergroten.” Deze ontwikkelingen, die zich in het West-Europa van na de Tweede Wereldoorlog hebben voorgedaan veronderstellen een steeds groter wordende overheidsbemoeienis op alle fronten en met name het ekonomisch front. Ik eindig deze bijdrage met de vraag opnieuw te stellen, die ik aan het begin heb gesteld:” Kopieren of recipieren, een keuzemogelijkheid?

Mr. S.Fr. POLANEN, Paramaribo, Maart 2017