Nadere toelichting op de overgangsperiode, de case van Suriname

Het uitgangspunt hier is de aanname, dat met het formaliseren van het proces-verbaal van het Onafhankelijk Kiesbureau de verkiezingen zijn beëindigd. Degenen, die op wettige wijze een geloofsbrief hebben ontvangen mogen zich rekenen te behoren tot de groep van gekozene- kandidaat- lid van het volksvertegenwoordigend orgaan, waarvoor zij kandidaat zijn gesteld. Het is de grondwettelijke taak van de President van de Republiek, in zijn hoedanigheid van Staatshoofd, om de oudste gekozene – kandidaat- lid te beëdigen als fungerend voorzitter van de vergadering van gekozenen –kandidaat- lid. Hij, de fungerend voorzitter, krijgt door zijn beëdiging de bevoegdheid om de overige vijftig gekozenen- kandidaat- lid in vergadering bijeen te roepen en hen te beëdigen. De agenda van deze vergadering is uitvoerig vastgesteld in de Grondwet, kennelijk met het oogmerk om er voor zorg te dragen, dat de nieuwe gekozenen - kandidaat- lid zo spoedig mogelijk formeel kunnen over gaan tot het uitoefenen van de hun bij Grondwet en wet opgedragen taken. De agenda luidt alsvolgt: 1. Het onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuwe leden en de toelating van elkaar, de uitwerking van de autonome positie van De Nationale Assemblee.2. De verkiezing van een voorzitter en een vice – voorzitter, die onmiddelijk in funktie treden. 3. De beëdiging van de voorzitter en vice – voorzitter.4. Het nemen van het besluit - bij akte van De Nationale Assemblee - op welk tijdstip de zittingsperiode van de nieuw gekozen Assemblee een aanvang neemt, waardoor de zittingsperiode van zittende Assemblee automatisch eindigt. De vaststelling van dit tijdstip is van belang in verband met verkiezing van de President en de vice-President. Die verkiezingen moeten imperatief plaastvinden ”....binnen dertig dagen na de aanvang van de zittingsperiode van De Nationale Assemblee.” (Grw. 1987 art 184, lid 2). Een eveneens dwingende bepaling is te vinden in artikel 184 lid 1, waar is aangegeven, dat de zittingsperiode van de nieuw gekozen Assemblee niet later dan 30 dagen na de bindende vaststelling van de uitslag van de verkiezingen mag aanvangen. Opgemerkt moet hierbij worden, dat deze bepaling in het hoofdstuk “Overgangs- en slotbepalingen” is geplaatst. Dat was de juiste plaats bij de totstandkoming van de Grondwet in 1987. De korrekte plaats is nu in de hoofdstukken, die handelen over de verkiezingen van resp. De President en de vice- President en De Nationale Assemblee. Het is daarom voor de beleving van de rechtsstaatgedachte van eminent belang, dat de hoofdrolspelers zo spoedig mogelijk in stelling worden gebracht om de welvaart en het welzijn van het volk door middel van regelgeving, bestuur en handhaving van de openbare orde te maximaliseren.

Paramaribo, Januari 2018

Mr.S.Polanen