Vervolg
Toelichting Wet Dierenwelzijn
VERVOEREN VAN DIEREN ( Artikel 13)
Dit artikel betreft regels ter bescherming van in het bijzonder landbouwhuisdieren tijdens
transport en daarmee samenhangende activiteiten. (DBS: Reizen is voor dieren
vaak een stressvolle gebeurtenis, net zoals bij mensen.)
Bevoegde personen aangewezen door het ministerie van LVV zullen toezien op een
correcte wijze van dierentransport en controleren of betrokkenen de vereiste kennis
hebben, het vervoersmiddel en de inrichting geschikt zijn, of gebruikte materialen/
hulpmiddelen geschikt zijn, wat de belading van het vervoersmiddel dient te zijn
(hoeveel dieren per vracht), of de wijze van in- en uitladen verantwoord gebeurt, wat
de reistijd- en afstand zijn.
Het is verboden dieren op pijnlijke of kwellende wijze te transporteren of ze te
onthouden van primaire levensbehoeften tijdens transport.
VERBOD OP DIERENGEVECHTEN (Artikel 14)
Het is verboden om dierengevechten te organiseren, of dieren aan gevechten te laten
deelnemen. Tevens is het verboden om bij dierengevechten aanwezig te zijn.
HET GEBRUIK VAN DIEREN BIJ WEDSTRIJDEN ( Artikel 15 – Artikel 17)
Er zijn regels vastgesteld voor het organiseren dan wel het deelnemen aan wedstrijden
waarbij de snelheid of kracht van dieren worden beproefd. (DBS: Denk bijvoorbeeld
aan paardensport.) De regels hebben betrekking op de leeftijd en de gezondheid
van de dieren, hoe vaak dieren mogen deelnemen binnen een bepaalde periode,
de aanwezigheid van een dierenarts bij het evenement, de baan –en hindernisbouw
(is deze veilig?), de soorten en categoriën dieren die mogen deelnemen.
Het is verboden wedstrijden met dieren te organiseren die in strijd zijn met de vastgestelde
regels.
Er wordt vastgesteld welke middelen de prestaties van wedstrijd-dieren kunstmatig
beïnvloeden. Het is vervolgens verboden om een dier in te schrijven dan wel te laten
deelnemen aan een wedstrijd, die niet-toegestane (hoeveelheden) prestatieverhogende
middelen of bestanddelen ervan in het lichaam aanwezig heeft ofwel
omzettingsproducten van deze middelen. De aanwezigheid van middelen zal uit
onderzoek van het dier blijken.
VERBOD OP DE HANDEL VAN GEVAARLIJKE DIEREN
( Artikel 18 - Artikel 20 )
Het is verboden om dieren die geregistreerd staan als “gevaarlijke dieren” in te
voeren, in voorraad te hebben, te koop aan te bieden, te verkopen of te kopen. Het
gaat om dieren die een gevaar kunnen vormen voor de veiligheid van mens of dier.
De houder van een dier, die niet als “gevaarlijk” geregistreerd staat maar die in een
bepaalde omstandigheid een gevaar kan zijn voor mens of dier, is verplicht voldoende
maatregelen te treffen om te voorkomen dat door het dier benadeling of
beschadiging van de gezondheid of van goederen van een ander plaatsvindt.
Een dier kan in beslag genomen worden om het in een geschikte omgeving op te
vangen of om het te doden, wanneer het wordt gehouden in strijd met Artikel 2
(Verbod op het Houden van Gevaarlijke Dieren) of Artikel 18 (Verbod op de Handel
van Gevaarlijke Dieren), of het in strijd met Artikel 8 (Verbod op het Fokken van
Gevaarlijke Dieren) wordt gefokt.
Indien besloten is een in beslag genomen dier te doden, dan kan de houder een verzoek
indienen tot uitstel van uitvoering van deze maatregel. Afhankelijk van de
verdere besluitvorming zal de maatregel wel of niet ten uitvoering worden gebracht.
DIERENTUINEN (Artikel 21- Artikel 23)
Voor het beheren van een dierentuin zijn er regels vastgesteld m.b.t. het houden,
huisvesten, verzorgen en vertonen van de dieren.
Er zijn eisen waaraan de beheerder en andere betrokkenen (dierenverzorgers)
dienen te voldoen. Ook zijn er regels om de verspreiding van ziekten en het weren
van ziekteverwekkers te voorkomen, en regels voor de hiertoe benodigde voorzieningen
als een quarantaine en isolatie-ruimte. Tenslotte worden zaken vastgelegd als
het bevorderen van de instandhouding van de aanwezige diersoorten (bv. door
uitwisseling met andere dierentuinen) en het uitvoeren van voorlichtings– en educatieve
activiteiten m.b.t. de tentoongestelde dieren.
Het is verboden een dierentuin te beheren in strijd met de vastgestelde regels
hieromtrent.
Exploitatie van een dierentuin mag pas ingaan na toestemming van het ministerie
van LVV.
Vervolg DIERENTUINEN
In geval van bijzondere, voor de dieren ernstige of gevaarlijke omstandigheden in
verband met dierziekten kan tot onmiddelijke sluiting van de dierentuin worden
overgegaan.
DIERENASIEL EN ANDERE DIERENVERBLIJVEN (Artikel 24)
STRAFBEPALING EN OPSPORING (Artikel 25 – artikel 2)
Afhankelijk van het soort overtreding ( artikel afhankelijk) kan je rekenen op twee
strafbepalingen: lichte strafbare feiten (overtrading) krijgen een geldboete of
zwaardere strafbare feiten ( misdrijf) waarbij je een geldboete kunt krijgen ,- en
gevangenisstraf .
TOEZICHT ( Artikel 27 – artikel 30)
Hierin regelt de overheid wie de toezichthouders zijn en wat hun bevoegdheden zijn.
Personen belast met toezicht vallen onder het Onderdirectoraat Veeteeld van het
Ministerie van Landbouw, Veeteeld en Visserij. Deze mensen belast met toezicht
mogen overal binnen komen. Als het om woningen gaat mogen zij deze betreden als
zijn aanwijzingen hebben dat er binnen gehandeld wordt tegen de wet. Indien een
bewonder van een woning bezwaar maakt dan mag er betreden worden samen met
een Hulpofficier van Justitie ( Politie) of op schriftelijke last van een officier van
Justitie.
P/a: Uranusstraat 92, Paramaribo, Suriname; Tel.nr.: 08827127; Mail:
dierenbescherming@sr.net
DSB rekening: SRD 44.10.076 / EUR 44.10.084 / USD 64.18.716 ;
Stichtingenregister nr: 6009