De Grondwet van Suriname heeft het Onafhankelijk Kiesbureau ingesteld en de opdracht aan de wetgever gegeven om de instelling en de bevoegdheden nader te regelen (art 60 Grw.). Deze organieke wet, de Kiesregeling genaamd, is bijzonder, omdat zij met twee derde (2/3) meerderheid moet worden vastgesteld. Deze Kiesregeling nu bepaalt, dat het Onafhankelijk Kiesbureau de uitdrukkelijke opdracht heeft om de uitslag van de verkiezingen voor de samenleving bindend vast te stellen (art. 1. KR.) Uit de systematiek van de Kiesregeling kan worden afgeleid, dat deze beslissing van het Onafhankelijk Kiesbureau zijn basis moet vinden in de hiërarchisch ondergeschikte processen-verbaal van de Stembureaus, de Hoofdstembureaus en het Centraal Hoofdstembureau (art.134 en 135 lid2 KR.) . Uit deze zelfde systematiek kan ook worden afgeleid, dat het besluit van het Onafhankelijk Kiesbureau het eindpunt van het verkiezingsproces markeert en vastlegt. Vanaf de inwerkingtreding van het p-v van het Onafhankelijk Kiesbureautreedt het overgangsproces in werking met als basis uitgangspunt “de geloofsbrief” van het gekozen kandidaat- lid van het desbetreffende volksvertegenwoordiging orgaan. Dit proces vindt zijn wettelijke basis voornamelijk in de organieke wet, de Kiesregeling, de artikelen 134 t/m 137, en in de Grondwet en wel in de artikelen 66, 67 en 68 lid 1. Het Hoofdstembureau speelt hierbij een cruciale rol. Het oefent een functie uit, die zijn basis vindt in het bestuursrecht. Het stelt vast en rapporteert aan de President en het Onafhankelijk Kiesbureau of een gekozene zijn of haar verkiezing al of niet heeft aanvaard. Het rechtsgevolg van deze p-v van het Hoofdstembureau kan zijn , dat de gekozene kandidaat- lid van één van de volk vertegenwoordigende organen wordt.Hij die in het bezit is van een wettig aan hem of haar uitgereikt afschrift van het p-v van het Onafhankelijk Kiesbureau is, ingevolge de artikelen 135 lid 2 jo. 134 en 137 KR., aktief deelnemer aan het overgangsproces. Het gekozen kandidaat-lid, dat het oudste in jaren is, wordt bij wet aangewezen als de fungerende voorzitter van de vergadering van gekozen kandidaat-leden. Hij wordt in die functie beëdigddoor de President, in zijn hoedanigheid van Staatshoofd, en hij – de fungerende voorzitter - krijgt daardoor de bevoegdheidom 1. de overige vijftig (50) gekozen kandidaat-leden van De Nationale Assemblee in vergadering bijeen te roepen en 2. hen in die vergadering te beëdigen.Ter onderstreping van de autonomie vanDe Nationale Assemblee schrijft de Grondwet voor, dat de gekozen kandidaat-leden elkaar toelaten als volwaardig lid na een onderzoek van de geloofsbrieven. Vervolgens kiezen zij hun voorzitter en onder- voorzitter, die onmiddellijk in functie treden. Op deze manier wordt het college van gekozen kandidaat-leden omgezet in een college van full-fledged leden, dat bevoegd is om de grondwettelijke taken op te vatten. De overgangsperiode komt hierdoor teneinde.Om te voorkomen, dat tegelijkertijd twee colleges zouden kunnen opereren, moet het nieuwe college bepalen en vaststellen - bij akte van De NationaleAssemblee -, wanneer de duur van haar zittingsperiode een aanvang neemt. De zittingsperiode van het oude college komt daardoor automatisch ten einde. Hierdoor wordt voorkomen, dat twee volk vertegenwoordigende organen gelijktijdig zouden functioneren. De Grondwet stimuleert, dat er slechts sprake is van één Nationale Assemblee, waarvan de leden voor een periode van maximaal vijf (5) jaar worden benoemd. Het zou van wijs beleid getuigen wanneer het oude college tijdens de overgangsperiode geen vérgaande besluiten zou nemen, die het nieuwe college zouden kunnen binden. Ongeschreven recht en de gewoonte zullen hierbij als richtsnoer moeten functioneren. De akte van Nationale Assemblee moet worden beschouwd als een onderdeel van het parlementair recht van Suriname, omdat het de formele vorm is, waarin besluiten van De Nationale Assemblee worden gegoten en die intern naar De Nationale Assemblee toe werken en haar en slechts haar binden. Het is tot nog toe bestendig gebruik geweest, dat De Nationale Assemblee bij akte de datum van....... heeft vastgesteld als datum voor het begin van een nieuwe zittingsperiode. Deze vaststelling heeft tot(rechts-)gevolg, dat artikel 184 lid 2 van de Grondwet kan worden uitgevoerd. Dit artikel luidt: ”De Nationale Assemblee kiest de President en de Vicepresident binnen 30 dagen na de aanvang van de zittingsperiode van De Nationale Assemblee.” (Grw. 1987).De eerder genoemde artikelen, de akte van De Nationale Assemblee en het ongeschreven recht vormen een systematisch geheel, waarin termijnen zijn vastgelegd. Ik zou deze termijnen willen bestempelen als garantiebewijzen die de staatsrechtelijke ordening, zo U wilt de staatsinrichting van de Republiek waarborgen. De naam termijnen van openbare orde is daarom niet misplaatst. Afwijking of niet- toepassing is daarom niet toegestaan. De Nationale Assemblee en de Regering vormen tezamen de Regelgever van de Republiek. Hun beider correct functioneren, vormen de basis voor het correct functioneren van de Rechtsstaat Suriname.
Paramaribo, December 2017,
Mr, S.Fr.Polanen